Als eerstejaarsseniore wilde Leerdam zich er direct graag tussen rijden. Hoewel ze het liefst drie World Cup-tickets had willen veroveren, kon ze met twee startbewijzen 'op zich' ook wel tevreden zijn. Op de 500 meter moest ze de overwinning nog aan ploeggenote Letitia de Jong laten, maar op de 1000 meter was Leerdam de snelste. En hoe. Ze noteerde een tijd van 1.15,33, een tijd die vorig seizoen goed was voor de nationale titel én een ticket voor de Olympische Spelen. Toch zag Leerdam alweer verbeteringen voor de volgende keer.
"De eerste volle ronde was heel hard, maar de laatste ronde kan nog zoveel beter. Als dat de volgende keer beter gaat, kan het echt een snelle tijd opleveren", keek de vice-wereldkampioene allround bij de junioren alvast vooruit naar de World Cups. Ook op de 500 meter ('de opening kon beter') en op de 1500 meter ('het laatste rondje was niet zo goed') had Leerdam nog genoeg aan te merken. "Ik ben ook wel perfectionistisch", gaf ze eerlijk toe. "Het kan echt nog heel veel beter, maar dat het nu al hard gaat, is mooi. Ik denk dat ik goed ben begonnen."
Dat Leerdam nu al als één van de favorieten gold voor topnoteringen op de kortste sprintnummers verbaasde haar niet. Natuurlijk waren Marrit Leenstra (gestopt) en Jorien ter Mors (knieoperatie) niet van de partij, maar haar snelle tijden aan het eind van vorig seizoen en aan het begin van dit seizoen bleven niet onopgemerkt. "Ik weet dat mensen voorspeld hadden dat dit mijn doorbraakjaar zou gaan worden. Dat krijg je wel mee, maar ik heb er verder niet echt op gelet. Ik wilde vooral op mezelf letten en mijn taken goed uitvoeren."
Ja, ze was wel een beetje gespannen voor de races op het kwalificatietoernooi, want ze wilde o zo graag de World Cups in. Toch leverde de spanning geen negatieve invloed op, net als de druk. "Ik heb vaker bewezen dat ik met veel druk goed kan rijden. Ik had dit seizoen ook al een aantal hele snelle 500 meters gereden. Ik wist daarom dat ik niet mijn beste race hoefde te rijden om me te plaatsen. Desalniettemin was ik wel gespannen, want ik wilde deze ook graag. Het liefst ook winnen, al was dat niet direct het doel."
Vorig seizoen reed Leerdam nog World Cups voor junioren, nu mag ze zich de komende maanden gaan meten met het internationale veld. "Het wordt een nieuwe ervaring, het lijkt me leuk om mee te maken. Bovendien kan ik vaak 500 en 1000 meters rijden, waardoor ik steeds beter kan worden op die afstanden. Het doel is om me keer op keer te verbeteren zodat ik uiteindelijk op de NK Afstanden in december kneiterhard kan rijden."
Koen Verweij
Een belangrijke schakel in het succes van Leerdam bij het World Cup kwalificatietoernooi was haar vriend Koen Verweij. De Alkmaarder, die een jaartje uit het schaatsen stapt, gaf zijn vriendin veel tips en vertrouwen. Toch wilde Leerdam niet spreken van een persoonlijke begeleider. "We willen niet dat het schaatsen te veel tussen ons in komt te staan. Ik kan gewoon veel van zijn ervaringen leren en hij zegt ook wat ik vooral niét moet doen. Koen is daarin wel een goede leermeester voor mij."
Of hij trots is na het behaalde succes van afgelopen weekend? "Ha, hem kennende kan het nog beter en zijn er dingen die ik de volgende keer anders kan doen", aldus Leerdam, die zulke reacties alleen maar fijn vindt. "Als ik nu al zo hard rijd, moet je nagaan hoe hard het kan gaan als alles goed gaat! Ik kan niet wachten om te beginnen aan het World Cup-seizoen."
