Sinds zijn debuut in het langebaanschaatsen heeft Swings altijd zijn oorspronkelijke tak van sport, het inlinen, gecombineerd met het ijs. Daar komt deze zomer geen verandering in. “Ik zal gelijkwaardige wedstrijden rijden als vorig jaar.”
De insteek verandert wel. “Ik wil niet meer in augustus denken: o ja, we gaan weer schaatsen”, benadrukt de meervoudig wereldkampioen op wieltjes. “Dit jaar is de eerste dag van de zomer ook de eerste dag van de winter.”
De trainingen van Swings zullen in het teken staan van het schaatsen, de skeelerwedstrijden die hij rijdt ondergeschikt aan het grote doel: de Winterspelen van 2018 in het Zuid-Koreaanse Pyeongchang. Die Spelen zijn al sinds 2010 het toernooi waarop hij zijn blik richt en komend seizoen zal gelden als een generale repetitie voor de olympische winter. “Alles moet kloppen.”
Mis
Dat deed het de afgelopen twee seizoenen niet. Tot en met de Spelen van Sotsji verliep alles volgens plan: Swings wist zich rap een plek in de wereldtop te veroveren en was met een vierde plek op de vijf kilometer niet ver van eremetaal. In het na-olympische seizoen, onder zijn nieuwe coach Rutger Tijssen, liep het technisch niet goed. Afgelopen jaar, herenigd met zijn oude trainer Jelle Spruyt, hervond hij zijn slag.
Op de belangrijke momenten ging het echter mis, erkent Swings. Hij maakte missers op de WK Afstanden en viel op het WK Allround “Ik ben terug op niveau, na een minder seizoen vorig jaar, maar op de WK’s kwam het er niet uit. Dat is jammer, maar ik heb al gezegd dat ik niet naar de resultaten wil kijken, maar naar de manier van schaatsen.”
Toch was de teleurstelling groot dat hij op de WK’s de kansen op podiumplekken niet benutte. “Ik heb wel even de tijd nodig gehad om de gedachten te verzetten”, geeft hij toe. Tegelijkertijd ziet hij hoe dun het lijntje tussen succes en teleurstelling is. “Als ik op het WK niet was gestruikeld, dan had ik op het podium gestaan en was mijn seizoen geslaagd geweest.”
Bevestiging
De teleurstelling van de kampioenschappen poetste Swings voor een deel weg met mooie zege op de mass start bij de World Cup Finale in Heerenveen en een podiumplek op de 1500 meter. “Ik kan nog schaatsen”, lacht hij. “Dat is de bevestiging die ik gekregen heb.”
Om zijn ambitie van een olympische medaille werkelijkheid te maken is er een element dat extra zijn aandacht zal krijgen. “Ik wil consistent zijn”, zegt hij.
Dat geldt niet voor opeenvolgende races, maar met name binnen een wedstrijd. Swings en zijn coach Spruyt zijn ervan overtuigd dat hij ook op de tien kilometer een serieuze kandidaat moet kunnen zijn voor een medaille, maar dat hij in de 25 ronden van die afstand nu nog vaak zijn timing verliest.
“Mannen als Sverre Lunde Pedersen, Sven Kramer en Jorrit Bergsma zijn heel consistent. Zij rijden aan het eind van hun tien kilometer nog hetzelfde als aan het begin”, meent Swings. Het is misschien het gebrek aan uren op het ijs, het automatisme van de juiste techniek die hem nu nog opbreekt. Die echte schaatserszomer moet daar voor de komende twee jaar een eind aan maken.
