"Ik heb er de afgelopen vijf jaar 225.000 euro op verloren zonder dat de internationale schaatsgemeenschap bereid was voldoende te investeren in de ontwikkeling van buitenlandse schaatstalenten”, meldde Wieberdink aan de Telegraaf.
"Ik vind het echt heel erg. De schaatsacademie is het mooiste wat ik in mijn leven heb gedaan.” Het was volgens hem onder de huidige omstandigheden financieel niet verantwoord om door te gaan. "Ik investeer liever in mijn jonge gezin", vervolgt Wieberdink, die getrouwd is met de voormalige Russische schaatsster Svetlana Kaykan.
De schaatsacademie werd in 2011 geopend, mede dankzij giften van sponsors en belangeloze werkzaamheden. Toptrainers als Jeremy Wotherspoon, Jan Bos en Wim den Elsen namen daar zestig talenten uit dertig verschillende landen onder de hoede.
Protest
"Ik ben de academie destijds uit protest begonnen en nu ben ik er uit protest ook weer mee gestopt”, vertelt de initiatiefnemer. Op het EK in Minsk van afgelopen januari zegt hij te hebben aangegeven op tijd duidelijkheid van de ISU te willen hebben, "maar dat kwam niet.”
Daarom gaf hij begin april in aan alle betrokkenen aan onder de huidige omstandigheden niet door te willen gaan. Zonder stevig financieel fundament wilde hij trainers en schaatsers niet laten beginnen aan het voor-Olympische seizoen, ter voorbereiding op de Winterspelen van 2018 in Pyeongchang.
Die zekerheid was er volgens hem niet, omdat de ISU een verkiezingsstrijd voerde. Maar laat de opvolger van Ottavio Cinquanta, nu net de Nederlander Jan Dijkema zijn, die nu zo'n 7,5 miljoen euro beschikbaar aan ontwikkelingsgeld beschikbaar heeft gesteld voor kunstrijden, shorttrack en langebaanschaatsen. Op die financiële impuls wil Wieberdink echter niet meer wachten.
Dijkema betreurt de keuze van Wieberdink en meldt op zijn beurt aan de Telegraaf: "Het leek mij juist een goed initiatief. We hebben de academie niet voor niets ondersteund.’’
"De schaatsacademie is harder nodig dan ooit”, besluit Wieberdink. Volgens hem ziet de ISU dat inmiddels ook in, want de schaatsfederatie wil wereldwijd een aantal ’centers of excellence’ opzetten, waar kennis aan schaatsers uit minder goed ontwikkelde landen kan worden overgedragen. "Precies zoals mij voor ogen stond. Ik beraad me nu hoe ik verdere bijdrage aan die ontwikkeling kan blijven leveren.”
