Tickets
Shop
Nieuws 15 mrt 2016

De Neeling: 'Met mijn kop tegen de muur gelopen'

Sanneke de Neeling is een van de grootste verrassingen van het seizoen. Het negentienjarige talent van Lotto-Jumbo verbaasde begin dit jaar door de nationale sprinttitel op te eisen. Maar wie is zij? Aan de hand van vijf dilemma’s geeft ze een inkijkje in haar leven.

Foto : ANP

Rotterdam of Heerenveen

“Rotterdam. Ik woon nu bijna drie jaar in Heerenveen, maar vooral in het eerste jaar had ik moeite met de overstap. Ik was mijn dagritme gewend, maar toen ik in Heerenveen kwam, veranderde dat. In Rotterdam stond ik om zes uur op, maakte ik huiswerk, ging ik van half negen tot half vijf naar school en daarna naar de ijsbaan. Nu is het ’s ochtends schaatsen, even naar huis relaxen en dan ’s middags weer trainen. En ’s avonds eten we vaak met de sporters uit de flat. Heel veel tijd om te vervelen heb ik niet, hoor. Soms verveel ik me, maar ik heb hier ondertussen ook genoeg vrienden.

"In het begin miste ik de stad heel erg, maar ik denk dat iedere Rotterdammer dat zou zeggen. Ik was in Heerenveen ineens zo op mezelf aangewezen, dat was ik niet gewend. De eerste keer boodschappen doen, viel me vies tegen. Dan wist ik niet precies wat ik moest halen of vergat ik weer dingen. Ik had toen ook nog geen rijbewijs, dus moest ik overal met de fiets naartoe. In Rotterdam pakte ik de tram, de metro of de bus. Die is hier ver te zoeken. Het klinkt stom, maar als topsporter was ik te lui om te fietsen.

"Mijn omgeving merkte wel dat ik niet helemaal lekker in mijn vel zat het eerste jaar in Heerenveen. Maar ik ben niet iemand die de hele dag gaat zitten huilen als ik me wat minder voel. Aan de ene kant wilde ik heel graag m’n verhaal kwijt, maar aan de andere kant wilde ik niet laten blijken dat ik het niet zo naar m’n zin had. Daar loste ik niks mee op. Ik moest mijn eigen weg vinden en beseffen dat ik niet terug kon. Om de beste schaatser ter wereld te worden, moet ik bepaalde offers brengen.”

Lotto-Jumbo of Jong Oranje

“Dan kies ik voor Lotto-Jumbo. In het eerste jaar bij Jong Oranje werd er heel veel van mij verwacht en ik verwachtte ook verschrikkelijk veel van mezelf. Toen ben ik heel erg met mijn kop tegen de muur gelopen. Ik heb zelfs even gedacht: als het zo moet, dan ga ik weer naar huis, lekker studeren. Maar in mijn tweede jaar bij Jong Oranje had ik het al veel beter naar mijn zin. Misschien moet ik eerst een dip hebben om omhoog te kunnen.

"Bij Lotto-Jumbo voel ik me heel erg op mijn plek. Ik kan het goed met iedereen vinden. Iedereen is zo prestatie gericht. In het begin was het wel even spannend. Je weet nooit hoe het uitpakt met twee meiden in een team. Maar het gaat supergoed. Iedereen geeft me tips. Ze kunnen me allemaal ergens mee helpen. Kjeld Nuis helpt me met de bochten en Jan Smeekens en Sven Kramer helpen me met de rechte stukken. En ze zijn heel handig met materiaal.

"Of ik hen ook tips geef? Ha, daar hou ik me heel wijselijk buiten. Ik denk niet dat ze het leuk vinden dat een meisje van negentien gaat uitleggen hoe het moet. Ik ben een van de jongeren, dus ik ben niet degene die het meeste lawaai maakt. De sfeer in de groep is heel goed. Toen ik Nederlands kampioen sprint werd, waren alle jongens heel verbaasd. Dat was erg grappig. Ja, die titel kwam ook wel uit de lucht vallen. Voor ons allemaal.”

Studie of sport

“Dat is nu definitief sport. Ik ben vorig jaar geslaagd voor mijn vwo, iets later dan gepland. Ik ben tot de vijfde jaar van het vwo in Rotterdam naar school gegaan en heb mijn examenjaar in Heerenveen gedaan. Dat leverde veel stress op, ik moest mijn examen halen. Ik had mijn examenjaar weliswaar gesplitst, maar ik nam iets te veel hooi op mijn vork. Ik wilde te veel doen, terwijl er te weinig tijd was. Het was allemaal zelfstudie. Je moest er zelf maar voor zorgen dat de planning voor elkaar kwam. Daar ging ik een beetje de mist in.

"Momenteel studeer ik bedrijfskunde aan de Open Universiteit. Ik ben eerstejaars. Het is een zelfstudie, maar het gaat niet heel snel, hoor. De tijd die ik na het schaatsen overhoud, probeer ik daaraan te besteden. Maar het moet niet ten koste gaan van mijn trainingsprogramma. Ik wil alles uit mijn carrière halen, dus zet ik de studie voorlopig in de ijskast. Ik vind het heel belangrijk dat ik iets heb om op terug te vallen als ik klaar ben met schaatsen. Stel dat ik m’n been breek, dan wil ik wel een plan B hebben. Het liefst had ik iets met techniek, natuur- of scheikunde gedaan, maar dat is niet te combineren met topsport.”

All-inclusive of fietsvakantie

“Dat was vroeger zeker de fietsvakantie! Vanaf mijn zevende ging ik met mijn ouders en broer elke vakantie op de fiets naar een grote Europese stad. We begonnen in Maastricht en gingen achtereenvolgens naar Barcelona, Rome, Venetië, Nice en Bilbao. Dat hebben we vijf jaar lang gedaan, toen hadden mijn broer en ik er niet zoveel zin meer in. Zo’n rit duurde zes weken. In Rome hadden we nog een paar dagen tijd om rond te lopen, maar in Bilbao hadden we maar één dag voordat we weer teruggingen met het vliegtuig.

"Als we ergens waren aangekomen, voelde dat echt als een wereldprestatie. Als ik er nu aan terugdenk, is het bizar dat ik als zevenjarig meisje naar Barcelona ben gefietst. Heel veel mensen denken dat kinderen van zeven niks kunnen, maar je kunt meer dan je denkt. Kinderen bij mij uit de klas gingen allemaal op all-inclusive vakanties, ik ging lekker op de fiets. Ik weet nog wel dat de ouders dat heel apart vonden. Natuurlijk, als je bezig bent, baal je soms wel dat je de hele dag fietst. Maar achteraf heb ik het enorm naar mijn zin gehad.

"Mijn ouders vonden het gewoon leuk iets anders te doen dan de rest. Ze wilden gewoon lekker buiten zijn, ze zaten de hele dag al binnen voor hun werk. En ze wilden de natuur ontdekken en veel van de omgeving zien. Daar heb ik veel van geleerd. Het zijn niet de standaarddingen die je meemaakt. Mijn moeder heeft logboeken geschreven van die vakanties. Die wil ik graag nog eens teruglezen.”

Held of heldin

"Vroeger was ik erg fan van Anni Friesinger. Zij beheerste bijna alle afstanden. Ik wil ook de beste schaatser zijn en dus alle afstanden goed kunnen. Momenteel is Jorien ter Mors een klasse apart. Als ik zo goed kan worden als zij… Tijdens de Jeugd Winterspelen had ik voor mezelf besloten dat ik mijn beroep wilde maken van schaatsen. Ik won daar drie medailles, dat was een supermooie ervaring.

"Verder bewonder ik Sven Kramer heel erg. De manier waarop hij zijn sport beleeft, daar leer ik heel veel van. Hij denkt overal heel goed over na, al zijn keuzes staan in het teken van topsport. Wat ik van hem zou kunnen leren? Hij heeft zijn materiaal altijd voor elkaar, dat kan ik nog wat beter regelen. Als ik een vraag heb, wil hij me graag helpen.”


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan