Eerder dit jaar werden Groningen en Haarlem door de KNSB al als voorlopige locaties aangewezen voor de eerste twee van in totaal vijf tot zes Regionale Talentencentra (RTC’s) voor langebaan, shorttrack en inline-skaten. Na een periode waarin de schaatsbond met de aspirant-RTC’s de rechten, plichten en verwachtingen met elkaar hebben besproken werden de beide locaties officieel als RTC erkend.
Voor zowel Kusmirak als Kiel betekende de ondertekening een erkenning dat zowel iSkate in Groningen als de Schaatsacademie Haarlem de afgelopen jaren op de goede weg hebben gezeten. Op beide plekken wordt al een tijd gewerkt aan een omgeving waarin regionaal talenten zowel kunnen trainen als goede opleidingsmogelijkheden hebben. Dat is ook precies de insteek die de KNSB voor ogen heeft met de RTC's.
“Deze aanwijzing is in feite het ’dak’ op ons al uitstekend draaiende opleidingstraject. Nu kunnen we vanuit onze C- en B-selectie nog beter doorbouwen naar de A-junioren en neo’s”, zegt Kiel.
“Op deze manier bundelen wij op een fantastische manier de kwaliteit en expertise van iSkate, de gewesten Groningen en Drenthe en de KNSB, waardoor we een mooi multidisciplinair opleidingstraject kunnen aanbieden voor het schaats- en skatetalent uit de regio”, benadrukt Kusmirak.
Ontwikkeling en herkenning van talent
Het doel van de RTC’s, zo legt Koops uit, is om te zorgen voor een brede piramide van talentontwikkeling en –herkenning in het land. Met de keuze voor Haarlem en Groningen zijn nu twee RTC’s aangewezen maar daar zullen nog enkele bijkomen om te zorgen voor een landelijke dekking.
Binnen dat model behouden ook verenigingen, gewesten en baanselecties een belangrijke rol omdat zij de bron vormen van waaruit de RTC’s zullen putten. Het uiteindelijke streven is dat talenten vanuit de verenigingen en baanselecties soepel doorstromen naar dit hoogste niveau. De huidige Jong Oranje-ploegen zullen gefaseerd worden afgebouwd.
Volgens de KNSB is het voordeel van de regionale aanpak dat talenten zich vanuit hun eigen regio kunnen ontwikkelen: dicht bij huis en met veel aandacht voor onderwijs. Dit maakt het mogelijk om meer talenten beter op te leiden. Ook wordt de kracht van de jonge talenten op lokaal niveau behouden, denkt de bond. Zo blijven de grootste talenten in hun regio trainen en inspireren andere en jongere schaatsers.
Een ander belangrijk aspect aan de RTC's is de multidisciplinaire benadering. Koops: "Het is geen doel op zich om allemaal Jorien ter Morsen en Michel en Ronald Mulders op te leiden. Maar de schaatser wel die verschillende vaardigheden leren omdat dat ze verder gaat brengen, meer diepte zal geven, wanneer ze later echt op hoog niveau gaan presteren."
De RTC's hebben daarom niet alleen betrekking op langebaanschaatsen, maar ook op de overige disciplines van de KNSB, alhoewel met de langebaantak de eerste stappen worden gezet. Maar bijvoorbeeld in Haarlem wil men al snel verder. "Rondom inline en shorttrack zijn er wel initiatieven in de regio geweest, maar ontbrak het vooralsnog aan coherentie. Wij gaan na de winter eerst beginnen met oppakken van het inline-skaten voor komende zomer. Vanaf dan hebben we dus ook een RTC-selectie inline-skaten."
Waar de overige drie à vier RTC’s komen wordt in de komende anderhalf jaar ingevuld.
