Ooit gaf hij zijn eenmansbedrijfje voor sport & lifestyle met een knipoog de naam De Uytdhaaging. Sindsdien zit dat levensmotto als kauwgom aan zijn schoenen gekleefd.

Geef Jochem Uytdehaage (38) een uitdagende opdracht of doe een bijzonder verzoek en de Utrechter bijt zich er als een terriër in vast. Nu weer: hij is op zaterdag 29 en zondag 30 augustus de nieuwe koersdirecteur van de Ronde van Midden-Nederland. Een tweedaags evenement met een ploegentijdrit op zaterdag en een klassieker door de provincie Utrecht op zondag, bestemd voor continentale ploegen en aanstormend wielertalent.

Hoe wordt een tweevoudig olympisch kampioen schaatsen ineens koersdirecteur? Uytdehaage: "Ik ben een fietsfanaat. En daarnaast een geboren Utrechter. Vanuit de Stichting Wielerpromotie Midden-Nederland werd een balletje opgegooid of ik interesse had in de onbezoldigde functie van koersdirecteur. Als het een koers in Limburg was geweest, had ik er langer over moeten nadenken. Maar dit is een wielerevenement dat gehouden wordt over alle trainingsparcoursen waarop ik de afgelopen twintig jaren zelf heb gefietst.’’

Wat ga je doen als koersdirecteur?
Uytdehaage: "Ik word het uithangbord van de Ronde van Midden-Nederland, ontvang de deelnemers en neem de beslissingen in de koers. Daar ga ik me nog terdege op voorbereiden. Daarnaast hoop ik de komende drie jaar de Ronde van Midden-Nederland uit te bouwen tot een aansprekend tweedaags wielerevenement. Daar zie ik wel mogelijkheden toe, want met name de ploegentijdrit is interessant. Ook voor de ProTour-ploegen."

"De Ronde wordt namelijk een week of vier voor het WK wielrennen gehouden. Wielerploegen hebben nu nauwelijks gelegenheid om in de aanloop naar de strijd om de wereldtitel hun tijdritteams goed voor te bereiden. We hopen dus aantrekkelijk te zijn voor een paar grote ploegen, waaronder uiteraard de Nederlandse. Verder hoop ik ook een dameswedstrijd eraan toe te voegen.’’

Hoe raak je als voormalig schaatser in het wielermilieu verzeild?
Uytdehaage: "Al van jongs af aan zit ik op de fiets. Nu nog trouwens. En ik ben ambassadeur van Eddy Merckx-fietsen. In voorjaar, zomer en najaar fiets ik een keer of drie in de week. Op zondag hebben we een fietsclub van een man of twintig. Zondagmorgen om acht uur weg en om twaalf uur weer thuis, met onderweg natuurlijk koffie met appelgebak."

"Ik heb net weer nieuwe fietskleding besteld voor het nieuwe seizoen. Heerlijk is dat, met een groep mannen van zestien tot over de zestig jaar onderweg zijn. We fietsen een kilometer of honderd. Mooi zat. Als de wind op kop staat, mag ik graag vooraan fietsen. Dat is inmiddels een heel hechte vriendengroep geworden, waarbij verjaardagen en huwelijksfeesten belangrijk zijn.’’

Wat voor beroep geef je bij de Kamer van Koophandel op, want je hebt zo veel bezigheden
Uytdehaage: "Ik zeg altijd dat ik trainer, spreker en coach op het gebied van vitaliteit en gezondheid ben.’’

Maar je doet zo veel dingen onbezoldigd, zoals coach van de Utrechtse marathonselectie, lid van de ledenraad van de KNSB, nu weer koersdirecteur en je bezigheden voor Skate4Air en Sporttop, het lijkt wel of je je binnen hebt geschaatst?
Uytdehaage lachend: "Oh néé! Was het maar waar. Nee, ik moet er hard voor werken, anders heb ik geen brood op de plank. Maar het klopt dat ik wat idealistischer ben ingesteld. Ik doe inderdaad een flink aantal dingen zonder betaling, naast een aantal commerciële werkzaamheden. Ik zeg altijd: rijkdom zit niet in euro’s, maar in de voldoening van de dingen die je doet.’’

Je bent nu ruim tien jaar bezig met het begeleiden van sporttalenten via jouw stichting Sporttop. Hoe staat het daarmee?
Uytdehaage: "Het is de laatste tijd een beetje hangen en wurgen geweest, maar gelukkig krijgen we nu veel steun van onze nieuwe partner IREKS, dat PUUR Brood op de markt brengt. Hoe meer PUUR Brood wordt verkocht, hoe meer geld er naar jong sporttalent gaat. De samenwerking tussen de talenten en hun mentoren, bestaande uit voormalige topsporters, verloopt verder prima."

"Olympisch kampioenen Ranomi Kromowidjojo en Jorien ter Mors zijn slechts twee van de aansprekende namen die we in ons programma voor talentenbegeleiding met Sporttop hebben kunnen helpen. Maar het is wel zo dat het met de financiering allemaal net uit kan.’’

Waarom staat het bedrijfsleven wel te springen bij successen, maar niet in de aanloop daarnaar toe?
Uytdehaage: "Daar heb ik helaas nog geen vinger achter weten te krijgen. Sporttop kost me een hoop tijd en energie en ik doe een nieuwe poging de boel aan de gang te krijgen. Ik krijg overigens wel goede signalen als het gaat om de aandacht voor talenten. Als voorbeeld noem ik ABN Amro, die zich als Partner van de Toekomst heeft gebonden aan de jeugdopleiding van Ajax.’’

Is er wel voldoende belangstelling voor het begeleiden van talentvolle sporters op weg naar de top?
Uytdehaage: "Absoluut. Kijk maar eens in ons nieuwe magazine over onze talenten. De editie van 2015 is net uit en is geschreven door jonge journalisten van de Hogeschool Utrecht. Dat magazine wordt mogelijk gemaakt door onze adverteerders, die ons werk ondersteunen. Het is trouwens via onze website gratis aan te vragen.’’

Zie je voor jezelf nog een rol weggelegd in het schaatsen? Zien we je ooit terug als coach op de ijsbaan, zoals Marianne Timmer en Gianni Romme?
Uytdehaage: "Nee, dat denk ik niet. Ik heb niet eens een jeugdschaatsdiploma. Ik zou weer allerlei opleidingen moeten volgen. Ik train nu de marathonselectie op de Vechtsebanen in Utrecht en dat is voor mij voldoende. Dan kan ik training geven en zelf ook nog wat schaatsen."

"Kijk, als je coach wilt worden, moet je het goed doen en een volledig commitment afgeven. En eerlijk gezegd wil ik flexibel blijven, zodat ik  kan blijven werken voor ideële doelen en daarnaast als ondernemer in mijn levensonderhoud kan voorzien. Als fulltime coach zou ik die ideële dingen moeten laten schieten en dat wil ik niet.’’

Eén van die vele bezigheden was jouw advisering bij het mislukte project Icedôme in Almere, in opdracht van de KNSB. Hoe kijk je daar nu op terug?
Uytdehaage: "Puur sportief sta ik nog steeds achter de keuze van destijds. Het was een mooi project. Maar ik vind het niet chique zoals er door diverse belanghebbenden over gecommuniceerd is. En de initiatiefnemers hebben nooit het achterste van hun tong laten zien qua financiering – en dat had wel gemoeten."

"We hebben nooit een vinger achter de exploitatie kunnen krijgen. En tja, als je allerlei cijfers over het recreatief gebruik van de shorttrackbaan in de exploitatie gaat opnemen dat er eigenlijk nauwelijks is…’’

Nog tips voor het langebaanschaatsen, dat in crisis verkeert? Je bent immers ook lid van de ledenraad van de KNSB.
Uytdehaage: "De ISU moet – zonder de sport zelf aan te tasten – het lef hebben om eens wat dingen uit te proberen. Het werkt niet om eens in de twee jaar congressen te houden en dan maatregelen te nemen. Dat is veel te stroperig. Wat wel goed werkt, is de mass-start. Daarover hoor ik positieve reacties van het publiek.’’

Is er nog redding mogelijk voor het allroundschaatsen?
Uytdehaage: "De enige mogelijkheid is om het allrounden op de olympische agenda te krijgen. Anders zie ik het somber in. Want alles draait om olympisch succes, daar is de financiering van vrijwel alle sportbonden op gebaseerd. Het is makkelijker om je op één afstand te concentreren, dan op vier. Zeker als specialisatie de snelste weg is naar eremetaal.’’

Wat moet er met die ellenlange 10.000 meter gebeuren, vindt de olympisch kampioen op die afstand van 2002?
Uytdehaage: "Hoe mooi deze afstand ook is, de ‘tien’ moet worden herzien, zeker in de allroundkampioenschappen. Je kunt aan kwartetstarts denken met vier schaatsers in de baan in plaats van twee."

"Of je zou de beste acht van de ranglijst aan de tien kilometer kunnen laten beginnen met de voorsprong die ze in het klassement hebben. Dat brengt een geheel nieuwe dynamiek op de 10.000 meter, ook al zit je dan wel weer met het puntensysteem. Maar ik zeg: probeer in elk geval eens wat.’’