Janneke Ensing kan met recht een multitalent genoemd worden. Ze behaalde vorig jaar op drie verschillende Nederlands kampioenschappen een zilveren medaille: op de mass start, de marathon én bij het wegwielrennen. Zaterdag debuteert de Gietense met de Nederlandse ploeg op het Europees kampioenschap wielrennen in Denemarken. Toch kijkt Janneke ook stiekem met een schuin oog naar de Winterspelen van Pyeongchang. Schaatsen.nl sprak met de dertigjarige duizendpoot over haar ambities op vier vlakken: wielrennen, marathonschaatsen, natuurijs en de olympische mass start.

Wielrennen
Heel Nederland kon twee weken terug tijdens de Tour de France live de prestaties van de wielrensters zien op de Col d’Izoard, waar het damespeloton voor het eerst sinds jaren een wedstrijd met finish bergop reden. Achter winnares Annemiek van Vleuten was Janneke de tweede Nederlandse met haar dertiende plaats. “Het was heel mooi om op zo’n klim te finishen”, blikt Janneke terug. “Het was zo lang mogelijk overleven en erbij zien te blijven. Wat ik van iedereen hoor is dat het onwijs gaaf was om te zien. Voor jezelf beleef je het wel anders, dan ben je alleen maar aan het afzien.”

Als juniore maakte Janneke nog onderdeel uit van Jong Oranje en leek een toekomst als langebaanschaatster voor haar te liggen. Twaalf jaar later staat wielrennen op de eerste plaats. Van schaatsen kunnen haar ploeggenoten bij het Italiaanse Alé-Cipollini geen voorstelling maken, lacht ze. “Ik heb het er soms met ze over maar daar hebben ze geen idee van. Dat is wel grappig.”

Ook volgend jaar blijft ze in Italiaanse dienst rijden. “Ik heb zes aanbiedingen gekregen van verschillende teams. Maar ik heb het naar mijn zin hier. Ik houd wel van de Italiaanse werkwijze. Je weet nooit hoe het bij anderen is.” Ze lacht. “Hoe zeggen ze dat, het gras is altijd groener!”

Foto : Alé-Cipollini team

Het WK in Noorwegen staat ook op haar verlanglijstje. “Dat is nog lastig. Maar als je kijkt naar hoe ik tot nu toe rijd dan hoor ik daar thuis vind ik. Bij het EK rijd ik voor het eerst in de Nederlandse selectie en ik moet daar ook laten zien dat ik in dienst kan rijden.”

“Tot nu toe gaat het fietsen perfect”, vervolgt ze. “Maar als sporter wil je altijd meer. Met schaatsen sta ik veel op het podium, dan word je toch even in het zonnetje gezet. Dat vind ik soms met fietsen wel lastig. Maar ik mag zeker niet klagen. Ik had van tevoren nooit gedroomd dat ik zo goed zou zijn in wielrennen.”

Foto : Neeke Smit

Schaatsen
In de winter is Janneke weer actief op de marathons en mass starts. “Alleen maar fietsen is best wel saai. Ik vind de combinatie leuk en heb het geluk dat ik het schaatsen vrij snel oppak.” Twee sporten op het allerhoogste niveau combineren valt niet altijd mee. “Ik ben veel op pad en dat reizen hakt er ook in, dat wordt soms vergeten. Ik moet maar zien hoe het de komende winter loopt.”

Afgelopen jaar was ze minder dominant dan het jaar daarvoor, toen ze zes keer op het hoogste treetje stond en het eindklassement binnenhaalde. “Met onder andere Lisa van der Geest en Francesca Lollobrigida stak het team er met kop en schouders bovenuit”, vertelt ze. “Afgelopen jaar had ik niet de ploeg om mee heen. Ik moest veel alleen doen en dat is niet altijd gemakkelijk."

Dat de prestaties minder waren had ook een andere reden. “Mijn plezier was ook niet zo aanwezig, met mijn moeder ging het een tijdje niet goed. Ik ben er eentje die dat soms heel erg aantrekt. Dan loopt sport ook niet zoals je wil. Het gaat gelukkig nu de goede kant op, dat geeft veel rust.

Deze winter wordt Janneke in een nieuwe ploeg herenigd met een oude bekende: Daniëlle Bekkering. Janneke spreekt vol lof over Daniëlle, de 40-jarige schaatster met de meeste kunstijsoverwinningen ooit. “Zij heeft mij aan het marathonschaatsen gekregen, alweer tien jaar geleden. Daniëlle was mijn leermeester.” Met ook ploegleider Rudi Groenendal en coach Sander Kingma is het cirkeltje naar eigen zeggen na tien jaar rond.

Foto : Neeke Smit

 
Winterspelen
“Dat is ook nog wel een dingetje natuurlijk”, begint Janneke. Ze hoopt dat ze door de bondscoach geselecteerd wordt op de mass start. “Als sporter zijn de Spelen het hoogst haalbare. De Zomerspelen duren nog drie jaar. Ik weet niet of ik dan nog actief ben. Ik vind mass start een super mooi onderdeel en snap het spelletje.”

“Ik ga me er niet blind op staren”, zegt ze. “Maar ik ga het wel proberen. Ik reed al veel met Irene (Schouten) en dat ging hartstikke goed. Dus waarom niet? Het is een kans.” Ze zou het prima vinden om voor Irene te knechten. “Ik haal daar veel voldoening uit. Als je weet dat je sneller bent dan is het een ander verhaal. Maar Irene is hartstikke rap, zij kan winnen. Het is een teamsport, ook al wordt dat nog niet zo naar buiten gedragen.”

Natuurijs
Alhoewel Janneke alweer tien jaar actief is als marathonschaatster, reed ze nog nooit een Alternatieve Elfstedentocht. Voor iemand die op kunstijs al een aardige prijzenkist vol won is de glorie van winnen op natuurijs nog onbekend. Daar komt na dit seizoen misschien wel verandering in. “Ik ben één keer naar de Weissensee geweest, acht jaar geleden. Ik ben heel benieuwd hoe mij dat zou liggen. Mijn uithoudingsvermogen is natuurlijk enorm.”

Ambities genoeg dus, ook al durft ze geen harde uitspraken te doen over haar toekomst. “Ik ben ook niet de jongste meer. Het is net hoe het loopt. Als je kijkt naar Annemiek van Vleuten, die is vijfendertig. Dan kan ik nog een paar jaar mee. Maar marathonschaatsen kun je makkelijker naast een baan doen.” Janneke is diëtiste van beroep. “Als er werkopties langs komen is de switch misschien snel gemaakt. Dan zou ik me meer op de marathon richten en ook naar de Weissensee kunnen.”

“Maar eerst het wielrennen afmaken, daar ligt mijn hart.”