Als ‘troostprijs’ kreeg Lenie van der Hoorn op 21 februari 1985 in de feestende Frieslandhal een zilveren tabakspot. Enige uren eerder was ze 47 minuten na Elfstedenwinnaar Evert van Benthem als eerst vrouw over de finish gegleden. Voorwaar geen misselijke prestatie van de gedreven huismoeder uit Ter Aar. Maar ja, de Elfstedenvereniging kende geen aparte wedstrijd voor vrouwen. Dus een huldiging voor de voorvechtster voor het langeafstandsschaatsen zat er niet in.

Begin jaren zeventig meldde Lenie van der Hoorn-Langelaan zich aan als lid van de Vereniging De Friesche Elf Steden. Bezeten als ze was van het langeafstandsschaatsen moest en zou ze ooit de Tocht der Tochten rijden. Lenie, de oudste uit een gezin van dertien kinderen, begon overigens pas laat met schaatsen. Woonachtig in Pijnacker meldde ze zich aan bij SVR (Schaats Vereniging Rotterdam).

Omdat ze al wat ouder was en bovendien vrouw was, werd ze al gauw geconfronteerd met emancipatieproblemen. “Ik kon het hardste lopen en springen bij de meisjes en moest daarom met de jongens meetrainen. Op het ijs kwam ik, omdat ik een meid was, maar moeilijk aan de bak. Bovendien zeiden ze al gauw dat ik te oud was. In de kernploeg zaten immers meisjes die jonger waren dan ik en ik moest nog leren schaatsen.”

Het ’probleem’ vrouw te zijn heeft Lenie van der Hoorn sindsdien als een schaduw achtervolgd. Ze kwam slecht aan bod bij de langebaanwedstrijden en gewestelijke kampioenschappen werden vaak niet gehouden, omdat er niet genoeg animo voor bestond. Ook op natuurijs kreeg ze o zo vaak te horen dat ze niet haar favoriete lange afstand mocht rijden, maar moest starten in het ’damesnummer’.

Marathons

Voorlopig was het echter nog niet zover. Doordat Lenie Langelaan in 1972 trouwde met Jan van der Hoorn, verruilde ze Pijnacker voor Ter Aar en de SVR voor Trainingsgroep Ter Aar. Ondertussen zat Lenie zelf ook niet stil. Onder andere door initiatieven van André Koornstra gingen op de Jaap Edenbaan in Amsterdam de eerste marathons van start.

Een kolfje naar de hand van de kilometervreetster uit Ter Aar. “Doordat je op de langebaan nauwelijks kansen kreeg, was het min of meer vanzelfsprekend dat je marathons ging rijden. Die wedstrijdjes werden op de zaterdagochtend tussen 11 en 12 uur gehouden. Dat was best grappig. Op een gegeven moment wilde Stien Kaiser ook graag meedoen, maar Stien mocht van trainer Piet Zwanenburg niet meer dan 25 rondjes rijden. Meer zou slecht zijn voor de snelheid.”

Lenie zelf belandde ook spoedig op een zijspoor. “Toen die marathonwedstrijdjes een wat officiëler karakter kregen, en ook mannen als Jeen van den Berg uit Friesland aan de start verschenen, mocht ik niet meer meedoen. Ik was vrouw. Ze vonden niet dat dat kon. En er was toen nog geen aparte wedstrijd voor dames.”

Lenie van der Hoorn (in vierde positie) in 1979 in actie in de Ronde van Loosdrecht. | Foto : KNSB-archief

Gewoon eropaf

Natuurijs bleef het meest trekken. Op 7 januari 1970 was Lenie van der Hoorn present in de Ronde van Loosdrecht. “Ik had in de krant gelezen dat die wedstrijd kwam, en ben er gewoon met de bus en de trein op afgegaan, in de hoop dat ik mocht starten. Ik mocht starten, daar maakten ze in Loosdrecht geen probleem van en kwam als tweede vrouw aan.”

Negen jaar later was het een ander verhaal. Ook toen las de inmiddels getrouwde Lenie dat er een wedstrijd op de Loosdrechtse Plassen verreden zou worden, het eerste officiële NK marathon. “Het stond niet in de krant geschreven, maar je proefde tussen de regels door dat het alleen een wedstrijd voor mannen was.”

“Ik heb toen naar de organisatie gebeld en gevraagd: ’Voor wie is die wedstrijd’? ’Voor iedereen die lid is van de KNSB en minimaal 18 jaar oud is’, kreeg ik als antwoord. Ik heb dus niet gevraagd of dat NK ook voor vrouwen was. Ik ben er heen gegaan, en mocht starten.

Achteraf is er een hoop poeha om geweest, want wat bleek: Betty Westerveld had er op gestaan dat de dames ook een NK marathon over honderd kilometer zouden mogen rijden. ’Daar beginnen we niet aan’, kreeg zij als antwoord. ’Want we krijgen nooit genoeg dames die een honderd kilometer kunnen rijden’. Die meiden zijn vervolgens weggebleven en waren achteraf nijdig omdat ik wel had gereden. Ik heb overigens nooit een prijs gekregen, want die was er niet.”

Elfstedentochten

Nadat Lenie eind 1973 een kind had gekregen, startte ze in 1974 in de Alternatieve Elfstedentocht. “Ik heb daar bij Jan, mijn man, ontzettend voor moeten zeuren, want als je kinderen krijgt, ben je uitgeschaatst, gold toen eigenlijk nog. Maar ik wilde zo ontzettend graag een keer een tweehonderdkilometertocht rijden. Ik was door mijn zwangerschap slecht voorbereid, maar ik kwam in Lillehammer toch als eerste over de streep.” Er zouden sindsdien nog vele alternatieve tochten volgen. “Ik heb er meer gewonnen dan Jan Roelof Kruithof bij de mannen”, zegt Lenie met zekere trots.

Zegevierend glijdt Lenie van der Hoorn over de streep in de Veluwemeertocht van 1987 | Foto : KNSB-archief

De wedstrijd op de Rottemeren in 1982 leverde haar het hoogste prijzengeld op dat ze ooit gewonnen heeft. Ze kreeg tweehonderd gulden. Over prijzengeld heeft Lenie een leuke anekdote. “Ik heb in 1978 een wedstrijd in Schellinkhout gereden, maar daar vond de organisatie het niet nodig dat de dames prijzen kregen. Tijdens de prijsuitreiking na afloop vond een aantal mensen dat toch wel gênant. Ik kreeg uiteindelijk als eerst aankomende dame een enveloppe met daarin een briefje van vijf. En dat terwijl ik een tientje inschrijfgeld had betaald.”

In de Elfstedentocht van ’85 zelf had Lenie profijt van haar ervaring in de alternatieve tochten. Maar dat ze de eerste vrouw zou kunnen worden, kwam niet in haar op. “Pas in de loop van die wedstrijd werd ik daar attent op gemaakt. Dan hoorde je: ‘hee, daar gaat de eerste vrouw’.”

Om drie minuten over één kwam de voorvechtster van het langeafstandsschaatsen voor dames als eerste dame over de streep in Leeuwarden, royaal voor Betty Westerveld en Ineke Kooiman. In totaal gleed Lenie in tien alternatieve tweehonderdkilometerwedstrijden als eerste over de streep en was ze in eigen land in vijf monstertochten de beste, de Elfsteden van 1985 meegerekend. En omdat ze in Friesland niet de erkenning kreeg als winnares van de Elfstedentocht, heeft ze zelf maar een fankaart laten maken met ’Winnares Elfstedentocht 1985’ erop.