Tickets
Shop
Nieuws 26 jun 2022

Sprintduel in het domein van Nederlands grootste dichter

Rémon Kwant (27, Meppel) is een echte gouddelver op nationale kampioenschappen inlineskaten, maar beschouwt zich niet als de pure sprinter. Toch is-ie benieuwd hoe het zondag zal gaan, wanneer het rood-wit-blauwe tricot op de 100 meter valt te verdienen in het Vondelpark. Daar zet Glenn Nijenhuis (21, Heerde) helemaal hoog op in; hij is immersmomenteel Nederlands rapste man op wielen.

Foto : KNSB

Een NK inlineskaten in het Vondelpark. Wat vind je daarvan?
Rémon Kwant (RK): “Ik denk dat het goed voor de sport is dat je het skeeleren naar de mensen toe brengt. Dat is iets waaraan het regelmatig ontbreekt wanneer we het over een NK hebben. Dan zit je op een afgelegen plek zonder publiek – met uitzondering van ouders en wat vrienden – maar nu zorg je ervoor dat er meer volk op de been zal zijn, ook al kunnen dat voorbijgangers zijn. Het is wel een prima gelegenheid om via een wedstrijd van simpele opzet, wat de 100 meter is, mensen kennis te laten maken met inlineskaten. Ik vergelijk het met de 100 meter sprint in de atletiek, wat ik verder nauwelijks volg, maar dat onderdeel is kort, snel en spectaculair. Zo is het zondag ook. Wanneer je als leek een afval- of een puntenkoers probeert te volgen, wordt het al gauw te ingewikkeld.”

Glenn Nijenhuis (GN): “Het is een unieke plek en daarom zal het wel gaaf worden. Ik ben benieuwd wat er qua skeeleren op afkomt, omdat het een enkel kampioenschap – alleen sprinten over 100 meter – is. De vraag is of mensen de moeite nemen om alleen hiervoor naar Amsterdam te reizen. Tegelijkertijd zullen er genoeg mensen rondlopen die het Vondelpark bezoeken en de sport niet kennen. Voor hen is het dan een mooie kennismaking.”

Stijlvol in actie op Zandvort: Rémon Kwant | Foto : Neeke Smit

Krijg je er als atleet een speciaal gevoel bij?
RK: “Uiteindelijk hoop je dat er veel publiek bij is, want dat zal het idee erachter zijn om dit NK te verplaatsen naar het Vondelpark. Daar krijg je wel energie van, al is deze afstand niet mijn specialiteit. Ik sta met iets andere druk of verwachtingen aan de start dan wanneer het een 500 of 100 meter betreft. Maar ik heb er zeker zin in en ben benieuwd hoe het zal zijn.”

GN: “Geen idee wat ik ervan moet verwachten. Het is fijn dat je een 100 meter makkelijk op een geweldige locatie kunt houden, omdat je niet meer dan een rechte weg nodig hebt. Het wordt sowieso speciaal.”

Rémon, je mag jezelf niet als favoriet beschouwen, ik veronderstel wel dat het toch een uitdaging is die titel te veroveren.
RK: “Oh ja, zeker! Uiteindelijk vind ik het ook een mooi nummer om aan mee te doen en zou ik er graag beter op willen zijn. Alleen, het is zo’n specifieke afstand vergeleken bij de overige disciplines waaraan ik meedoe, dat je zult zien dat andere mensen (die zich er op focussen) beter uit de voeten kunnen. De verschillen zijn echter zo minimaal, wat inhoudt dat er altijd een kans is om te verrassen. Dat motiveert mij ook. Als het net even goed valt, is er veel mogelijk. En vooral op deze plaats een topresultaat behalen, spreekt me erg aan.”

Glenn Nijenhuis jakkert over de piste tijdens het NK 2021. | Foto : Neeke Smit

Glenn, jij bent de uitgesproken kanshebber op de titel. Je moet bijna winnen.
GN: “Ik wil het zelf niet zo zeggen, want alles moet meezitten op zo’n dag. Je kunt je geen enkel foutje permitteren. Bovendien weet ik niet wat ik moet verwachten van de langebaanschaatsers die meedoen, zoals Merijn Scheperkamp tegen wie ik vroeger veel heb gereden. Van die periode kan ik me nog herinneren waartoe ze in staat waren. Merijn is daarna een zijweg ingeslagen, maar die is minstens zo succesvol gebleken. Tijdens de wedstrijd in Heerde, waar Stefan Westenbroek (langebaanman van Reggeborgh, red.) reed, heb ik gemerkt dat schaatsers niet voor spek en bonen zullen meedoen. Is mooi voor de competitie. Maar het blijft een beetje in het duister tasten wat die rijders hebben gedaan ter voorbereiding. Ze kunnen in elk geval snoeiharde openingen schaatsen. We zullen zien of dat ook met de skeelers zo gaat.”

Is deze wedstrijd zo bijzonder dat je er een speciale voorbereiding op loslaat, of maakt het gewoon deel uit van je programma?
RK: “Dat laatste, ook omdat ik me meer richt op de langere sprintafstanden. Nationaal is dat de 200 meter, internationaal wil ik presteren vanaf de 500 meter.”
GN: “Deze NK is in de gehele serie van de zomer. Het is zo druk geweest met wedstrijden, dat er nauwelijks tijd is geweest om speciaal te trainen. Ik heb veel 100 meters gedaan, zeven of acht, wat voor mij heel veel is. Dit nummer is en blijft iets bijzonders. Wanneer ik een 200 heb gereden, voel ik me de dag erna fit. De 100 levert altijd pijntjes op, je lichaam is het niet gewend en went er ook niet aan. Maar ik vind ’m schitterend, al voeg ik eraan toe dat een 200 meter of een onelap (een rondje op een parcours, red.) er niet voor onderdoen.”

 


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan