Tickets
Shop
Langebaan 14 jul 2022

Thomas Krol: 'Mij kun je echt niet blijer maken dan met fietsen in de bergen'

13 juli, ruim vier kilometer te gaan. Op de Col du Granon demarreert Jonas Vingegaard. Tadej Pogacar kan niet aanhaken en moet zijn meerdere erkennen in de Deen. Vingegaard wint niet alleen de etappe, maar pakt ook de gele leiderstrui in de Tour de France. Ruim 500 kilometer verderop wordt de etappe aandachtig bekeken door ‘ploeggenoot’ Thomas Krol, op trainingskamp in Inzell.

Foto : Neeke Smit

“Godzijdank hebben we rustdag,” vertelt Thomas Krol over de beklimming van de Alpe d’Huez op Quatorze Juillet, de Franse nationale feestdag. De wielerfanaat zal ’s middags aan de buis gekluisterd zijn. “Ik kijk alle koersen en zeker de Tour. Met iedereen die iets met Jumbo-Visma te maken heeft, ruim 120 man, hebben we een poule, waarin we de uitslagen voorspellen. Om me voor te bereiden heb ik dagenlang uitslagen, analyses en nieuwssites bekeken om een goede selectie te maken.” Desondanks moet de rijder (nog) genoegen nemen met een plek in de middenmoot.

Hoewel Krol met dezelfde sponsors rijdt als de geel-zwarte formatie in de Tour, hoopt hij niet dat Jumbo-Visma de wedstrijd dirigeert. “Om eerlijk te zijn sta ik er neutraal in. Als mijn ploeggenoten het goed doen, is dat hartstikke leuk, maar ik wil vooral mooie koersen zien. Door aanvallen van de gehele ploeg won Wout van Aert in Lausanne het sprintje bergop, dat was fantastisch. Maar toen de ploeg twee jaar geleden de wedstrijden controleerde, vond ik er geen fluit aan. Dan is het juist gaaf om Pogačar te zien aanvallen.”

De schaatsers van Jumbo-Visma blijken ware wielerfans. “Bij krachttrainingen zetten we de Tour aan op iemands telefoon. En als we fietstraining hebben tijdens een sprintetappe, stoppen we en kijken we de laatste kilometers ergens middenin een weiland. Dit doen we alleen bij de Tour.”

De krachttraining van Jumbo-Visma werd op woensdag onderbroken om de demarrage van Vingegaard te kunnen volgen. | Foto : Neeke Smit

Zelf kan de olympisch kampioen op de 1000 meter ook aardig bergen bedwingen. Jaarlijks gaat hij op pad met zijn vader, die een fietsreizenbedrijf heeft. Om de mooiste paden te vinden en de kwaliteit van de wegen te inspecteren, rijdt Krol delen van de routes, waardoor hij al vele bergen in Europa overwonnen heeft. Al sinds zijn twaalfde houdt hij in een boekje bij welke cols hij beklommen heeft, hoe hoog en steil ze waren, en in welke tijd hij boven was. “Inmiddels staan er meer dan 700 bergen in. In de eerste jaren was het spannend of ik de top wel zou halen. Steile bergen als de Mortirolo, Zoncolan en Angliru vond ik een uitdaging om boven te komen zonder te hoeven afstappen.”

“Intussen is het een collectie geworden van cols en wil ik alles kunnen afvinken. Ik houd niet alleen van de bergen en de mooie uitzichten, maar ook van de sportieve uitdaging. Tijdens de klim vervloek ik mezelf, maar als ik eenmaal boven ben, voel ik me ontzettend voldaan. Wanneer ik boven ben, wil ik niet gelijk mijn jasje aan om vervolgens zo snel mogelijk af te dalen. Ik kijk even rond, ga in het zonnetje zitten, neem een drankje en dan pas ga ik naar beneden. Mij kun je echt niet blijer maken dan met fietsen in de bergen. Dat is leuker dan rijden in Inzell of naar Collalbo gaan.”

Op de Duitse wegen geniet Krol van zijn trainingen. | Foto : Neeke Smit

“Er gaat geen vakantie voorbij dat ik niet in de bergen fiets.” En dat wordt Krol niet altijd in dank afgenomen. “Pas kreeg ik een middelvinger van mijn vriendin (schaatsster Ramona Westerhuis, red.). ‘Egoïstisch mannetje, waarom stuur je me deze berg op?’ Dan ben je moe en zit je in je emotie. De volgende dag had ze goede hartslagen op de fiets en voelde ze zich hartstikke sterk. Uiteindelijk vindt zij het ook prachtig. Tijdens het fietsen, en dat herken ik, wil je zo snel mogelijk boven zijn en haat je de berg.”

In dat opzicht is het te vergelijken met een titeltoernooi schaatsen. Eerst moet je keihard werken en pas na je inspanning kan je genieten van je prestatie. “Alleen word ik op het ene afgerekend als ik langzamer ben en op het andere niet. Fietsen in de bergen is een mentaal spelletje. Ik zet een muziekje op en kijk om me heen. Daar kan ik van genieten en lijd ik mentaal niet onder. Wereldkampioenschappen of Spelen zijn wel wat anders, die toernooien brengen veel meer stress en druk met zich mee. Is een totaal andere beleving. Daar train ik voor en wil ik prijzen pakken. Pas na de race kan ik ontspannen.”

Komende winter wil Krol graag de ontbrekende wereldtitel op de 1000 meter aan zijn palmares toevoegen. Na zijn olympisch goud is de Deventernaar verlost van de druk. “Vorig jaar rond deze tijd stond alles in het teken van de Spelen. Ik raakte bijna in paniek als iets niet lekker liep. En als ik in vorm was, was ik bang dat ik te vroeg piekte. Nu leun ik niet achterover, maar de titel is binnen en mijn carrière is geslaagd. Door die drukverlichting kan ik veel meer genieten van het trainen, de locatie waar we zijn en mezelf tot het uiterste drijven. Ik ga er alles aan doen om nog twee keer olympisch kampioen te worden, op de 1000 en 1500 meter. Honderd procent vol voor Milaan, maar die titel is binnen. Droomdoel is geslaagd, het kan alleen nog maar mooier worden. Ik wil vier jaar alles geven voor het schaatsen en dan piloot worden.”
Wielrennen is voor Krol een manier om te ontspannen, terwijl hij bij het schaatsen de prijzen wil pakken. | Foto : Neeke Smit

“Noem een berg in Europa en ik ben 'm op gefietst. Die hobby van mij gaat heel ver.” Ook buiten Europa heeft Krol enkele parels op zijn lijst staan. Hij bedwong de Mount Fuji in Japan en is de hele kaap afgefietst in Zuid-Afrika. Toch ontbreken er nog enkele beklimmingen in het boekje van de schaatser. “Andorra staat heel hoog op mijn wensenlijst. Over twee weken ga ik daar waarschijnlijk heen tijdens mijn vakantie. De Franse Col de la Madeleine en de Col de la Croix-de-Fer zijn de twee grootste Europese cols die nog ontbreken.”

“In de Verenigde Staten zou ik graag in de Rocky Mountains willen rijden. Dan kun je klimmen naar 4200 meter. Dat is de hoogstgelegen geasfalteerde weg ter wereld, een bizar mooie uitdaging. Alleen moet je dat in de zomer doen, maar die tijd krijg ik niet en wil ik ook niet krijgen. Het is niet reëel om tijdens mijn schaatscarrière deze beklimmingen te doen. Maar daarna gaat het er ongetwijfeld een keer van komen.”

'Met twee vingers in zijn neus' kan Krol teamgenoot Joep Wennemars volgen. | Foto : Neeke Smit

Sven Kramer is gedurende zijn carrière al eens met de wielerploeg op trainingskamp geweest en oud-ploeggenote Carlijn Achtereekte maakte zelfs de overstap naar de wielertak. Voor Krol zal zo’n stap er niet in zitten. “Ik ben getraind als schaatser, maar ben wel een hobbyklimfietser. Ik geniet ervan om hard de berg op te fietsen. Zou wel gek zijn om ik drie weken op een zadel te gaan zitten in de Tour de France. Of in de regen, daar heb ik een pleurishekel aan.”

“Bovendien heb ik geen schijn van kans bergop met mijn gewicht. Gedurende een korte tijd kan ik heel veel vermogen leveren, vergelijkbaar met de beste sprinters van de Tour. Daardoor zou ik in een massaspurt aardig mee kunnen komen, maar niet na 200 kilometer. Eigenlijk zijn zij geen sprinters, maar duursporters die ergens nog een beetje snelle vezels hebben.”


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan