Aan het einde van afgelopen winter werd Anne Floor gebeld door de disciplinemanager, Wilf O’Reilly. “Hij zei: ‘ik mag je uitnodigen voor ShorttrackTeamNL.’ Ik was heel blij en belde gelijk mijn vader. Pap, ik zit erbij! ‘Ja, weet ik’, was zijn reactie. Dat had hij wel wat eerder mogen vertellen…,” vertelt Anne Floor Otter lachend, die de overstap maakte van WADRO RTC Noord.” Mijn ouders wisten het allang. Ze waren ook erg blij voor mij, het voelde alleen gek dat zij het eerder wisten dan ik.”
Waar het in eerste instantie erop leek dat vader en dochter samen zouden werken, besloot Jeroen Otter een sabbatical van een jaar te nemen. “Voor mijn eerste seizoen in de NTS is het fijn dat ik niet 24/7 met mijn vader ben. Ik zal eerder gevoelens op hem afreageren dan op een andere coach. Als nieuweling moet ik alles nog uitvogelen, dan is het handig dat hij niet zo dichtbij staat. Wanneer ik nu dingen aan hem vraag, is het aan mijn vader die ervaring heeft in plaats van aan mijn trainer. Dat vind ik prettig. Met Niels had ik nog nooit getraind, dus waren er geen verwachtingen en ik stond open voor de samenwerking.”
In het nationale shorttrackteam wordt Otter herenigd met haar goede vriendin Xandra Velzeboer. Bij de junioren reden de twee dames al samen en veroverde ze met Georgie Dalrymple en Marijn Wiersma de wereldtitel relay. Sindsdien zijn de vier vriendinnen gebleven. Afgelopen winter kende Velzeboer een prachtig seizoen en werd ze wereldkampioen op de 500 meter en olympisch kampioen op de relay. “Haar wereldtitel was geweldig. Zij reed zo goed en had zulke mooie inhaalacties! In de voorrondes was ze al heel snel. Ik stond helemaal te springen voor de tv, net als tijdens de relayfinale op de Winterspelen,” beschrijft een trotse vriendin de overwinning van haar maatje.
Niet alleen Xandra Velzeboer is een oude bekende van Otter, ook haar jongere zus Michelle, Niels Kingma, Teun Boer, Jens van ’t Wout en Sven Roes hebben al eerder geschaatst met de 20-jarige shorttrackster. “Als ik vragen heb, stel ik die aan Xandra. Zij voelt veilig, omdat het een vriendin is. Maar ik kan prima mijn weg zelf vinden in het team. Omdat ik iedereen al ken, hoef ik niet erg te wennen. De trainingen zijn wel serieuzer dan bij WADRO, iedereen is tijdens oefeningen met zichzelf bezig en gefocust. Bij mijn oude team werd er tussendoor meer gepraat.”
Tussen het shorttracken door stort de Heerenveense zich op haar studie Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Met veel passie spreekt ze over haar opleiding: “Ik vind het heel fascinerend hoe het lichaam werkt. Bij de processen die allemaal plaatsvinden denk ik echt: wow, gaat dat zo? Soms schrijf ik het er ook bij in mijn aantekeningen: dit vind ik echt een mooi proces. Er gebeurt zoveel in het lichaam zonder dat je er zelf iets voor hoeft te doen. Interessant hoe ik de verstoringen hopelijk in de toekomst als arts kan herstellen.”
Afgelopen collegejaar haalde ze in één keer haar propedeuse, maar Otter verwacht dat het de komende jaren moeilijker te combineren is met haar topsportleven. “Ik ben zeker van plan om te blijven studeren, omdat ik het fijn vind iets naast het shorttracken te hebben en omdat ik de studie heel leuk vind. Nu de trainingen intensiever worden, zal ik het iets rustiger aan doen en de vakken spreiden.”
“Deze winter wil ik mijn uithoudingsvermogen, techniek en acceleratie verbeteren. Het zou leuk zijn om een keer een World Cup te mogen rijden. Voor dit jaar wil ik niet gelijk kijken naar prestaties, maar vooral naar het verbeteren van mezelf.” De focus zal daarbij liggen op de 1000 en 1500 meter, omdat Otter het met name van haar conditie moet hebben en niet van haar topsnelheid.
De nieuweling voelt de drang om zich te bewijzen tussen de internationale toppers. Afgelopen winter was de talentvolle shorttrackster niet erg gelukkig tijdens de wedstrijden en als dochter van de ex-bondscoach heeft zij het idee dat het nodig is om te laten zien waarom ze haar plekje verdiend heeft. “Ik vind het spannend hoe het zal lopen op het ijs en of ik de meiden bij kan houden. Het hele team is supergoed. Als je daarachter rijdt, in hun slag, kun je al heel veel leren. Ik ben blij dat ik de kans krijg om in zo’n sterk team te mogen schaatsen.”
