Tickets
Shop
Column 18 aug 2022

Zomerijs: ‘In de zomer is iedereen wereldkampioen’

De periode van zomerijs op Thialf is aangebroken. Voor veel schaatsers is het heerlijk om weer op hun vertrouwde ondergrond te kunnen trainen. Ook al zou je zeggen dat schaatsers geboren topatleten zijn op ijzers, toch blijft het wennen, wanneer ze herenigd worden met ‘hun’ ijs. “Het is alsof je als een 'Bambi' op een gladde ondergrond staat. Je kunt het met niets vergelijken, niet met skeeleren, evenmin met schaatsplanken”, zoals Antoinette de Jong liet weten tijdens het trainingskamp in Inzell afgelopen maand. En Kjeld Nuis beschreef het als volgt: “Dan heb je een halve zomer getraind en kun je meestal twintig minuten aan een stuk door skeeleren, maar vervolgens rijd je drie minuten op het ijs en dan ontploffen je benen alweer.”

Het wennen aan het ijs is vaak van korte duur. Snel keert het goede gevoel weer terug. Het valt zelfs op dat het in deze periode bij veel schaatsers voor de wind gaat. Vraag een willekeurige schaatser in de zomer hoe de trainingen verlopen en je krijgt steevast het antwoord: ‘het gaat heel lekker’. Enkele referentie is er niet. Ieder werkt netjes z’n programma af. Dat geeft houvast en een goed gevoel. Er worden hogere wattages op de fiets getrapt, persoonlijke records worden neergezet in het krachthonk en snelle rondetijden worden geklokt op het ijs. Ook de techniek is verfijnder dan ooit tevoren en er heerst een gemoedelijke sfeer in het team. Niet voor niets wordt er gezegd: ‘In de zomer is iedereen wereldkampioen’. 

In deze zomerperiode - zonder enige wedstrijddruk – willen we ook niets liever dan dat het goed gaat en dat we de nodige stappen maken. Maar waarom willen we onszelf überhaupt krampachtig vast blijven houden aan dat lekkere gevoel? Van fouten leer je. Als het niet zo lekker gaat of als er een blessure optreedt, kun je daarvan leren. Bovendien is een tegenslag ontzettend nuttig. Het omvat zoveel informatie: je ontdekt waar je kracht ligt, waar je grenzen liggen en je leert jezelf ook nog eens beter kennen. Hier onderscheidt de echte kampioen zich van de rest. Anders gezegd: je wordt juist beter als het niet goed loopt dan wanneer het constant van een leien dakje gaat.  

Zesvoudig olympisch kampioene Ireen Wüst is hierin een goed voorbeeld. Zij kende tijdens haar imposante schaatscarrière vele tegenslagen, maar wist zichzelf telkens weer te verbeteren en kwam sterker terug. Iedere keer weer. Dit laat de ultieme veerkracht zien en de kwaliteiten van Nederlands meest succesvolle olympiër aller tijden. Het is mooi dat juist zij deze week is begonnen in haar nieuwe rol als topsportmentor bij TalentNED. Zij kan als de beste vertellen over de ongrijpbare elementen, die verder gaan dan alleen hard trainen en het lekkere gevoel op het ijs.

 


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan