Tickets
Shop
Nieuws 11 sep 2021

Jorien ter Mors: 'In een olympisch jaar ben ik net wat scherper'

Het geluk te kunnen zeggen dat ze niets meer mankeert of nergens pijntjes voelt, is misschien nog meer waard dan straks een tijdwinst van 0,1 seconde. Maar juist de zoektocht naar verbetering heeft Jorien ter Mors nodig om straks in Beijing voor de derde keer op een rij goud te veroveren.

“Dat is de reden waarom ik nog schaats”, zegt de dertiger van Team IKO, die stralend van plezier tijdens een teamtrainingskamp aan de Tyrreense kust de dagen aftelt tot de start van het schaatsseizoen. “Werken aan je zwakke plekken, speuren naar de mogelijkheden om sneller te zijn op dat ijs. Zolang er rek inzit, blijft topsport leuk. Anders kom ik er mijn bed niet meer voor uit.”

Zelfs onder de brandende zon die Piombino en omgeving een meer dan zwoele nazomer bezorgt, lacht Ter Mors bij de inspanningen die er alle dagen worden gevraagd sinds IKO zondag 5 september is neergestreken op een sport-resort in de provincie Toscane. Vier uur fietsen, met gewichten stoeien of een ochtendsessie op de atletiekbaan: het is haar om het even.

“Ik merk aan mijn lichaam wel dat ik er hard voor moet werken, maar in een olympisch jaar ben ik op de een of andere manier net wat scherper, of noem het mentaal meer bij de les. Het voelt anders, er hangt iets speciaals in de lucht. Bij vrijwel alles wat ik doe in de training, besef ik dat ik dit doe om straks in februari weer iets moois te doen op de Winterspelen. Is het een ander seizoen, dan loop ik echt niet in mezelf te roepen: dit is allemaal voor de WK!”

“Nee, de sfeer is duidelijk anders in mijn eigen bubbel”, zegt de Overijsselse die in Sochi (2014) de beste was op de 1500 meter (en de ploegenachtervolging) en vier jaar later op Zuid-Koreaans ijs een gouden 1000 meter reed. “Als je twee Spelen achter elkaar succesvol bent geweest, haal je daar genoeg moraal en inspiratie uit om nog eens te winnen.”

Op de atletiekbaan in Piombino worden ook wat zweetdruppels vergoten.

Er is vertrouwen, natuurlijk dankzij die prestaties, maar ook omdat ze heeft bewezen op tijd klaar te zijn. “In het verleden gebeurde er steeds iets en toch stond ik er op het moment dat het moest. Vijf dagen voor het olympisch kwalificatietoernooi (OKT) van 2013 lag ik nog met veertig graden koorts in bed; in 2017 ging ik door m’n rug en kon ik zes weken niet starten. Beide keren haalde ik de Spelen. Het is nooit een onbegonnen missie totdat de race achter de rug is, heb ik geleerd.”

Wat ze ook weet, wijs geworden door vele tegenslagen en hard voor zichzelf in klauterpartijen terug naar de wereldtop, is dat er altijd behoefte is aan nieuwe prikkels. Niet eerder heeft Ter Mors zoveel nadruk gelegd op snelheid, snelkracht en sprintvermogen. Dit is haar manier om erachter te komen of ze zo weer een procentje vooruitgaat. “Ik heb geen idee of het wat uithaalt. Natuurlijk, je kunt er allerlei berekeningen en statistieken op loslaten die vertellen dat het zoveel winst oplevert. Ik staar me er niet op blind”, verzekert ze.

Misschien wel typerend voor Ter Mors dat ze ook schaaft aan haar explosiviteit, terwijl ze zich heel goed realiseert dat een ouder wordend lichaam die exponent doorgaans in de weg zit. “Ik kijk overal naar. Het is voor mij allang geen hele procenten sprokkelen meer zoals vroeger, maar cijfertjes achter de komma. Fine tuning kan me verder helpen. Als ik 0,1 procent kan winnen bij de start, teken ik er nu voor. Want dat betekent dat ik meer snelheid meeneem de eerste ronde in en daardoor nog meer tempo heb ik de slotronde. Het is hopen op een achtbaan-effect.”

Klaar voor vertrek met de racefiets, onderen in gezelschap van Esmee Visser.

De nieuwsgierigheid naar het effect van nieuwe experimenten (zoals de snelheidstrainingen) blijft onverminderd groot. Ooit begonnen als shorttracker vroeg Ter Mors zich af wat het haar zou brengen als ze zou stoppen met die sport en alle aandacht verleggen naar de langebaan. De twee disciplines combineerde ze toen al jaren. “In het shorttrack zat ik aan mijn taks. Dat spelletje ontwikkelde zich door, ook op tactisch vlak. Ik kreeg in de gaten dat ik niet langer mee kon, wat ertoe leidde dat de ambitie verdween. Wereldkampioen worden kwam buiten mijn bereik. Het was beter de energie te steken in de langebaan, omdat daar nog het nodige viel te winnen.”

Anno 2021 is het niet anders, zij het dat het vooral om details draait. Een grappig voorbeeld in het verlengde hiervan is de mobiliteits-cursus die ze volgde na de WK Sprint van 2019. Ter Mors hoorde van het initiatief, meldde zich aan en raakte zo meer thuis in oefeningen voor gewrichten, met tot doel ze makkelijker te bewegen.

“Uiteindelijk ben ik bezig te zorgen dat mijn lichaam optimaal getraind is, met alles dat erbij hoort. Ja, je hoofd net zo goed, dat onderdeel wordt nog altijd te veel vergeten in topsport. Het mentale aspect en de invloed op je prestaties zijn veel belangrijker dan men denkt. Ik werk al jarenlang samen met een psycholoog, maar de manier waarop dat nu gebeurt, verschilt enorm van het verleden. Het is confronterend en vereist dat je heel eerlijk naar jezelf toe moet zijn. Tenminste, als je veranderingen nastreeft. Het is namelijk niet altijd even leuk jezelf in de spiegel aan te kijken. Ik doe het wel, omdat ik weet dat ik beter voor de dag mee kan komen op het ijs”, aldus Ter Mors die zich tijdens het OKT eind december voor de 1000 en 1500 meter in China hoopt te kwalificeren.


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan