EK-doelstelling niet gehaald: 'Andere landen zijn op dit moment een maat te groot'

Met welk gevoel kijken jullie terug op het EK?
Frank (bondscoach lange afstanden): "We hadden op meer gehoopt, zo eerlijk moeten we zijn. Ik was tevreden geweest met tien medailles, dus dan mag je met vijf zeker niet tevreden zijn. Toch wil ik ook weer niet spreken van een teleurstelling, want we hebben meerdere keren, zeker bij de jeugd, heel dicht bij het podium gezeten. Het is natuurlijk een wereld van verschil of je brons wint of vierde wordt."
Valentina (bondscoach korte afstanden): "We hadden op sommige afstanden wat meer verwacht, maar soms heb je ook wat geluk nodig. Je staat altijd met meerderen in de baan en je moet altijd rekening houden met valpartijen en geduw en getrek."
Frank: "Ik wil verder geen excuses zoeken, maar het is natuurlijk doodzonde dat Angel Daleman, onze beste juniore B, niet mee mocht doen, omdat ze te jong was. Daarnaast viel Jorian ten Cate, onze beste junior A op de lange afstanden, op het laatste moment ziek af. Dat scheelt natuurlijk wel een paar medailles."
Valentina: "Het is ook echt niet alleen maar negatief. Jenning de Boo heeft een supergoed EK gereden, Rémon Kwant heeft z'n kans gepakt op de one lap en ook Moniek Klijnstra heeft goede resultaten behaald op de 100 meter en one lap. Als bondscoach van de sprintploeg kan ik daar alleen maar heel trots op zijn."

Was de afsluitende marathon een beetje tekenend voor het EK van Nederland?
Frank: "Misschien wel. Bij de dames hadden we gehoopt op een medaille en hoewel ik vond dat ze een perfecte koers hadden gereden, ging het jammer genoeg mis in de sprintvoorbereiding. Marijke Groenewoud, onze afmaakster, kwam opgesloten te zitten en was daardoor kansloos voor de eindsprint. Bij de heren hoopten we met Jordy Harink mee te zitten in de kopgroep, maar de andere landen deden er alles aan om niemand te laten ontsnappen. In de sprint wisten we dat het moeilijk ging worden."

Met name op de lange afstanden kon Nederland amper een vuist maken. Waar lag dat aan?
Frank: "De andere landen zijn op dit moment gewoon een maatje, of beter gezegd een maat, te groot. Vooral Diogo Marreiros, die vier Europese titels veroverde, was deze week supersterk. Als je zulke pionnen kunt inzetten, is het veel makkelijker om je tactiek daarop aan te passen. Wij probeerden wel voor iemand te rijden, maar als je voor brons koerst, koers je sowieso al wat afwachtender."

Zagen jullie brons als het maximaal haalbare?
Frank: "Daar hebben we onze tactiek wel op afgestemd ja, vooral omdat we na de eerste koers doorhadden dat we tekort zouden komen voor de eerste twee plekken. Bovendien kost het Nederlanders veel energie om in een peloton te rijden, juist omdat we van kleins af aan vaak in kleinere pelotons rijden."
Valentina: "Het is niet dat we het niet kunnen, maar we zijn het gewoon niet gewend om in een peloton te rijden. Daar moeten we echt aan werken de komende maanden."

Hoe verklaren jullie dat de andere landen zoveel beter zijn?
Frank: “Dat zijn meerdere factoren, maar één daarvan is dat we al twee jaar lang geen internationale wedstrijden hebben kunnen rijden. Daar hebben de andere landen natuurlijk ook last van, maar het niveau bij de nationale wedstrijden in Italië, Frankrijk en Portugal is duidelijk hoger dan bij ons.”
Valentina: "Het niveau van de wedstrijden in Nederland is inderdaad te laag. Op zich zijn we in Nederland sterk genoeg, maar we missen gewoon die ervaring om tegen buitenlanders te rijden. Door corona was het de afgelopen jaren moeilijk om te reizen, dus laten we hopen dat we volgend seizoen weer aan een aantal buitenlandse wedstrijden kunnen meedoen."
Frank: "Hoewel we superblij zijn dat we in coronatijd wedstrijden hebben kunnen houden, is het duidelijk geworden dat wij als Nederlanders de Europa Cups meer nodig hebben dan de andere grote landen. En een andere reden waarom ons niveau wat minder is, is dat er heel veel toppers voor het schaatsen kiezen op het moment dat ze senior worden. De sporters die wél blijven inlineskaten, missen de competitie met de sporters die voor het schaatsen hebben gekozen. Daar moeten we echt een oplossing voor gaan vinden."

Behalve teleurstellingen waren er ook een aantal mooie resultaten. Wat vond je van de behaalde medailles?
Frank: "De zilveren medaille van Rémon en Lianne op de mixed relay vond ik een hele knappe prestatie. Lianne hield haar positie supergoed vast en maakte het goede werk van Rémon mooi af. Jenning de Boo (zilver en brons) is een toptalent en had zonder die val van die Fransman een hele grote kans gehad op goud op de one lap. Dat Rémon brons won op de one lap, vond ik extra knap omdat hij zich na een teleurstellende 500 en 1000 goed had herpakt. Voor hem was dat de bevestiging dat hij mee kan doen met de Europese top. De bronzen relaymannen Luc ter Haar, Ruurd Dijkstra en Marc Middelkoop hadden weliswaar wat geluk dat er in de finale twee van de vijf landen ten val kwamen, maar dat hoort ook wel een beetje bij de relay. Het is logisch dat ze niet juichend over de streep kwamen, want je wil die medaille het liefst op een andere manier winnen. Toch is het mooi als je als team een medaille wint."

Wat zou er volgens jullie de komende jaren moeten veranderen?
Valentina: "We moeten durven dingen anders te doen. Als we op korte termijn willen verbeteren, zou het bijvoorbeeld een optie zijn om met een topland als Italië samen te werken, zodat we tijdens een trainingskamp wedstrijdjes met elkaar kunnen rijden. Dat zijn dingen die we de komende maanden zullen bespreken."
Frank: "Wij kunnen alleen maar hopen dat de sporters er vol voor willen gaan; het is niet makkelijk als je als senior fulltime werkt en daarnaast tien keer per week traint en alle Europa Cups rijdt. Dat is wel een dingetje, daar moeten we met de bond en de sporters iets voor zien te vinden. We zullen eerst het EK even laten bezinken en dan gaan we plannen maken richting de volgende jaren."
Valentina: "Het belangrijkste is misschien wel dat we met z'n allen moeten gaan samenwerken. De grootste talenten in het inlineskaten zijn ook grote talenten in het shorttrack en het langebaanschaatsen, dus het is van belang dat we daar met de disciplinemanager (Marcel Scheperkamp), de technisch directeur (Remy de Wit) en de coaches van de KNSB Talent Teams over in gesprek gaan. Wij willen de rijders heel graag de mogelijkheid geven om beide disciplines te combineren, zodat we de sporters in topvorm naar een EK of WK kunnen brengen. Want één ding is zeker: de potentie is er!"