Tickets
Shop
Nieuws 03 feb 2021

Analyse: Wie houden de Nederlandse mannen van goud af?

Nu de World Cup-cyclus in Heerenveen erop zit, kan de balans na twee internationale schaatsweekenden worden opgemaakt. Hoe hebben de Nederlandse schaatsers gepresteerd? Wie zijn er over een dikke week favoriet voor de wereldtitel en met welke buitenlandse schaatsers moet er absoluut rekening worden gehouden? Vandaag een analyse van de mannen.

Foto : Sander Chamid

Met 18 van de in totaal 28 te verdienen gouden medailles beleefde de Nederlandse equipe een uiterst succesvolle World Cup-reeks. Op alle afstanden werd er minimaal één medaille behaald en op drie afstanden kwam er zelfs een Nederlandse clean sweep aan te pas. De Nederlandse mannen veroverden zelfs elf van de veertien gouden plakken; alleen Noorwegen (team pursuit), Artem Arefyev (500 meter) en Pavel Kulizhnikov (500 meter) zorgden voor een niet-Nederlandse gouden World Cup-medaille.

Oppermachtig waren ze, Thomas Krol en Patrick Roest. De schaatsers van Team Jumbo-Visma kaapten tijdens de World Cups alle gouden medailles op de 1500 en 5000 meter weg en deden dat ook nog eens op indrukwekkende wijze. Roest reed tijdens de eerste World Cup zijn eigen baanrecord aan flarden (6.05,14) en noteerde bij de tweede World Cup nagenoeg dezelfde tijd (6.05,95). De 25-jarige Lekkerkerker bleef tevens voor de vijfde en zesde keer op rij ongeslagen op de 5 kilometer in World Cup-verband.

Hoe dominant Roest de laatste jaren ook is, een wereldtitel op een individuele afstand heeft hij nog altijd niet in bezit. Tijdens het WK in Inzell moest hij op de 5 kilometer genoegen nemen met zilver achter de ongenaakbare Sverre Lunde Pedersen en ook een jaar later kon hij zijn favorietenrol niet waarmaken. Het goud ging naar Ted-Jan Bloemen, Roest werd gediskwalificeerd. Het had met de omstandigheden te maken, zei Roest, en niet met 'te vroeg pieken'. Gezien zijn overmacht dit seizoen lijkt niets of niemand hem nog in de weg te kunnen zitten en kan goud alvast voorzichtig worden opgeschreven.

Foto : Soenar Chamid

En de concurrentie? Pedersen en Bloemen, de wereldkampioenen van vorige twee jaar, blaken nog niet in topvorm. Sven Kramer dan? Die zal er volgende week alles aan doen om het zijn jongere ploeggenoot zo moeilijk mogelijk te maken, maar het gat met Roest lijkt nagenoeg onoverbrugbaar. Maar toch, Kramer, achtvoudig wereldkampioen op de 5 kilometer, kan op een WK altijd iets extra's. Is er dan helemaal niemand die het Roest moeilijk kan maken? Wellicht Nils van der Poel. De 24-jarige Zweed kwam vorige week het dichtst in de buurt (6.08,39) van de Nederlander.

En als het niet op de 5 kilometer is, dan wel op de 10 kilometer. Van der Poel, die deze zomer terugkeerde in de schaatssport na er drie jaar tussenuit te zijn geweest, verzekerde zich door zijn rappe 5 kilometer van een startbewijs voor de langste afstand. Daar geldt hij meteen als titelfavoriet, samen met Roest en Jorrit Bergsma, zeker nu Graeme Fish, regerend wereldkampioen en wereldrecordhouder, niet van de partij is. Olympisch kampioen Ted-Jan Bloemen behoort, mits hij zijn vorm na een 'mentaal zware winter' hervindt, tot de outsiders.

Op de 1500 meter zien we Roest ook terug, maar op die afstand lijkt hij niet opgewassen tegen ploeggenoot Krol. De 28-jarige Deventernaar is dit seizoen een klasse apart op het koningsnummer, getuige zijn 1500 meters tijdens de afgelopen twee World Cups. De verschillen met Kjeld Nuis, de regerend wereldkampioen en tevens zijn grootste uitdager, waren beide keren fors, waardoor het binnenhalen van goud een formaliteit lijkt. Toch gelooft Nuis nog in de wereldtitel, zeker als de loting hem aan Krol koppelt. Met de wetenschap van vorig seizoen (toen Krol ook de favoriet was) ziet Nuis zeker mogelijkheden, al zal Krol zich niet nog eens in de luren laten leggen. 

De kersverse Europees kampioen sprint zal hoogstwaarschijnlijk niet eens genoegen nemen met één keer goud. Ook op de 1000 meter behoort Krol namelijk tot de torenhoge favorieten, al ondervindt Krol hier meer concurrentie dan op de 1500 meter. Zowel Pavel Kulizhnikov, regerend wereldkampioen en wereldrecordhouder, als Kai Verbij, wereldkampioen uit 2018, azen op die titel. Verbij bezorgde Krol tijdens de laatste World Cup in een rechtstreeks duel een gevoelige nederlaag en is van plan om dat volgende week nog een keer te doen. Maar beide heren vlakken ook 'het mysterie' Kulizhnikov niet uit.

Foto : Sander Chamid

De 500 meter is de enige afstand waar de Nederlandse mannen niet op domineren. Natuurlijk was er World Cup-goud van Dai Dai N'tab en Ronald Mulder, maar de verschillen tussen de nummer één en de nummer tien zijn keer op keer minimaal. En dat is ook logisch, aangezien de 500 meter de kortste afstand is. Is er één favoriet? Nee. Zoals Mulder al aangaf, zijn dat er een stuk of acht: N'tab, Mulder, Verbij, Kulizhnikov, Ruslan Murashov, Viktor Mushtakov, Artem Arefyev en Laurent Dubreuil. En wie weet gaat de negende er met de titel vandoor.

Op de teamonderdelen gaat Nederland ook voor niets minder dan goud. Hoewel de Nederlandse achtervolgingsmannen vorig weekend een pijnlijke nederlaag opliepen, maakt Kramer zich geen zorgen over de kansen op het WK. Op de mass start gaat Jorrit Bergsma zijn wereldtitel 'op zijn Bergsma's' proberen te verdedigen. En mocht hij geen ruimte krijgen van het peloton, is er nog altijd een sprinter achter de hand. Met een beetje geluk pakken de Nederlandse mannen volgende week op alle afstanden goud.


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan