Gespannen staat Erben Wennemars tegen de boarding aangeleund. Zijn zoon Joep rijdt een sterk NK Sprint en wint bij de junioren B de tweede 500 meter. "Ik ben zo nerveus als mijn zoon rijdt", zegt hij. "Bij het sprinten gaat het om de kleine dingetjes en zelf kan ik daar niets aan doen. Ik weet hoe het is om daar aan de start te staan. Maar dan heb je het zelf onder controle en nu kan ik alleen maar toekijken. Dat is geen fijne situatie om in te vertoeven. Toch kijk ik natuurlijk wel en ben ik apetrots dat Joep meedoet."
"Ik ben ook clubtrainer bij Dalfsen en assistent-trainer van het RTC Oost, maar tijdens het NK probeer ik me zo min mogelijk met hem te bemoeien. Dit is van hem en niet van mij. Hij moet het zelf doen en hij moet ook leren om het zelf te organiseren. Als hij tips nodig heeft, dan ik zal ik zeker geven, maar hij doet het zelf hartstikke goed. Ik probeer hem gewoon op een positieve manier aan te moedigen."
Vind je het mooi dat je zoon dit doet?
"Ik vind dit hartstikke leuk, omdat Joep zelf graag wil. Hij is er enthousiast over en hij traint graag. Dan gun ik hem ook een succesje en dat heeft hij nu ook met de derde plek op het NK Sprint. Dan ben ik een trotse papa. Ik vind het leuk om met het schaatsen bezig te zijn en de liefde voor de sport door te geven aan de volgende generatie. Schaatsen blijft een geweldige sport en ik sta zelf ook nog twee keer per week op het ijs. Ik rijd echter geen marathons meer en ben steeds meer als trainer bij de ijsbaan te vinden."
Zit er veel talent bij deze jeugd?
"Jazeker, er zit heel veel talent bij. Ze trainen allemaal harstikke goed en zijn erg enthousiast. Ze trainen veel beter dan hoe wij dat vroeger deden. Die jongens weten veel beter hoe ze zich moeten voorbereiden en ze weten wat ze ervoor moeten doen. Dat is leuk om te zien."
Een stukje verderop is Diane Valkenburg druk in gesprek met één van haar pupillen. Als coach van het RTC Zuidwest is ze naar Alkmaar gekomen om elf A-junioren te begeleiden. Zo stuurt ze onder andere Daan Spruit, Armand Broos en Anna Dekkers aan. "Bij de wedstrijd kun je als trainer niet zoveel meer doen", vertelt ze.
"Al het werk wordt al eerder tijdens de voorbereiding gedaan. Als ze hier aankomen, vraag ik wel hoe het met ze gaat. Of ze weten hoe laat ze moeten starten en welke taak ze moeten uitvoeren. Tijdens de race zelf sta ik vaak op de kruising en zeg ik dat ze diep moeten zitten, bochten uit versnellen en goed moeten afzetten. Dat weten ze wel en ze horen me vaak niet eens, maar ik wil het toch zeggen."
Ervaring
Met al haar ervaring als schaatsster weet Valkenburg als geen ander hoe het is om belangrijke wedstrijden te rijden. Hoe je met druk om moet gaan. "In mentaal opzicht is het belangrijk dat ze zich concentreren op hun taak. Niet op het feit dat ze hard willen rijden, maar meer hóe ze hard willen rijden. Daar probeer ik een beetje in bij te sturen en onze schaatsers vertrouwen mee te geven."
"Ik vind het leuk om jonge talenten te helpen om beter te worden. Om ze zien groeien. Het NK is één van de belangrijkste wedstrijden van het seizoen en daar ben ik graag bij. We zijn hier al vanaf mei mee bezig en op zo'n toernooi moet het dan gebeuren. Dan vind ik het mooi om hier te zijn en te zien hoe mijn schaatsers het er vanaf brengen."
