Tickets
Shop
Nieuws 27 dec 2019

Gezamenlijk trainen moet niveau junioren mannen omhoog stuwen

Deze winter worden vanuit de KNSB extra gezamenlijke trainingsdagen aangeboden aan een select groepje junioren mannen. Door ze uit te dagen elkaar naar een hoger niveau te stuwen, moet hun ontwikkeling een impuls gegeven worden. Niet enkel met het oog op het huidige seizoen, maar met name gericht op hun potentie richting de senioren. Daarbij wordt ook verder gekeken dan de ijsbaan, want ook andere trainingsvormen staan op het programma.

Foto : Soenar Chamid

De groep bestaat uit in totaal tien talenten, maar door drukke programma's en blessures is de groep lang niet altijd compleet. Zo misten Jordy van Workum, Beau Snellink en Harm Visser de openingsdag van de meest recente reeks. Het trio kwam namelijk net terug uit Japan van de ISU World Cup en kampte nog met een jetlag. Verder bestaat de groep uit kersvers sprintkampioen Jarle Gerrits, Jur Veenje, Raoul van Aken, Jesse Speijers, Yves Vergeer, Wietse Tukkie en Stefan Westenbroek, die sinds kort weer op het ijs staat na een beenbreuk.

Normaal gesproken rijden zij bij hun eigen trainingsgroep of RTC, maar tijdens deze trainingsdagen trekt deze groep juist met elkaar op. Juniorenbondscoach Jetske Wiersma ziet dat de trainingen een positief effect hebben. "Je ziet dat ze zich bewust worden van hun positie ten opzichte van elkaar. Ze helpen elkaar en wijzen elkaar op hun sterke en zwakke punten", blikt ze terug. Ze vindt het niveau op de trainingen hoog, al ziet ze ook in dat die paar dagen gezamenlijke training per jaar niet meteen een wereld van verschil zal maken.

Meer dan schaatsen
Natuurlijk wordt er gedurende het driedaagse trainingskamp geschaatst, maar ook fietstraining en krachttraining staan op het programma. Er wordt veel gelachen en de sfeer in de groep is ontspannen, ondanks dat de junioren elkaar bij de wedstrijden regelmatig als tegenstanders treffen. "Ik had niet verwacht dat het zo leuk zou zijn", vertelt Gerrits. "We zijn toch allemaal concurrenten van elkaar. We willen allemaal de beste zijn en als je dan ineens samen gaat trainen, zou dat ook voor botsingen kunnen zorgen."

Naast de traditionele trainingsvormen wordt ook gekeken of andere prikkels kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de jonge talenten. Zo neemt Wiersma de groep ook mee naar een sessie ECO-coachen in de turnhal van Heerenveen. Het is een trainingsvorm waarbij de ontwikkeling van de mens achter de sporter centraal staat. De trainingssessies zijn populair bij het RTC Noord Fryslân van Henk Hospes. "Het is niet verplicht, maar staat wel elke week op het programma", vertelt de ervaren trainer, die steeds meer van zijn pupillen de training ziet oppakken. Onder meer Melissa Wijfje, Aron Romeijn en Isabelle van Elst zijn regelmatig in de hal te vinden. "Het lijkt wel besmettelijk."

De verschillende coaches proberen de sporters fysiek en mentaal zelfbewuster te maken en ze te prikkelen. Het uiteindelijke doel van ECO-coachen voor de schaatsers is om zichzelf te kennen en hun doel exact te kunnen formuleren, om daarmee hogere prestaties te behalen. Soms kan de training best confronterend zijn, als een van de coaches precies het pijnpunt van de sporter weet te vinden. Voor de eerste sessie heeft Wiersma gekozen voor de thema's presteren onder druk, focus, representatie, ademhaling en balans. De training laat de nodige indrukken na bij de talenten, die achteraf rustig de tijd nemen om alles met elkaar te bespreken. Niet iedereen is even enthousiast, maar er zijn er ook die best een vervolgsessie willen doen.

Stap naar de top
Welke trainingsvormen ze ook verkiezen, alles bij elkaar zullen de huidige talenten zich de komende jaren flink moeten ontwikkelen. Bij de Junior World Cups presteren de jongens goed, met onder meer goud voor Veenje op de 1500 meter in Bjugn, maar het gat naar de senioren is er wel degelijk. Dat bleek toen Van Workum, Snellink en Visser zich in Japan mochten meten met de senioren. De drie weerden zich kranig, maar konden niet op tegen meer ervaren schaatsers. De gezamenlijke training voor de junioren wordt gezien als een van de mogelijke middelen om dat gat te verkleinen.

Wiersma, binnen de KNSB als hoofdcoach talentenontwikkeling ook verantwoordelijk voor het trainingsprogramma bij de RTC's, denkt dat de trainingen positief uit zullen pakken. "Sinds de oprichting van de RTC's trainen de meest talentvolle junioren in hun eigen regio. Hierdoor kunnen ze vaak thuis blijven wonen, hoeven ze minder te reizen en kunnen ze zich ook blijven richten op hun studie. Veel RTC's hebben daarnaast oplossingen gevonden om de beste jongens uit te dagen, maar tijdens deze talentdagen vinden we extra kwaliteit en diepgang. Het is goed voor ze om eens met hun directe concurrenten te trainen." 

Jac Orie, coach van Team Jumbo-Visma en in het verleden meermaals kritisch op het RTC-model van de KNSB, reageerde aan het begin van dit seizoen ook positief op het nieuws van de trainingsdagen. "Ik denk dat het beter is als jongens met elkaar trainen. Snelle jongens maken elkaar sneller. Je ziet bij de RTC's dat een paar snelle jongens een hele rits dames achter zich aan hebben, alleen moeten die jongens ook uitdaging hebben. Voorheen was Jong Oranje daar een goede oplossing voor, nu zie je dat alles een beetje versplinterd is."

Vooralsnog worden de extra trainingsdagen voor de junioren enkel dit winterseizoen gehouden. Nadien wordt er geëvalueerd en zal worden bekeken of de trainingen ook in de komende jaren georganiseerd zullen worden. 


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan