Na een oefenperiode op het zomerijs van Thialf staat het eerste testevenement van de Icederby Dutch Grand Prix gepland op 6, 7 en 8 september. Dit toernooi is tevens het kwalificatiemoment voor de eerste officiรซle editie op 20, 21 en 22 maart 2020 in Heerenveen. De schaatsers starten tegelijk in een groep en sprinten uiteindelijk tegen elkaar voor de overwinning. Er wordt gereden op een aangelegde baan van 220 meter met krappere bochten. De lengte van de baan zit tussen een reguliere ijsbaan (400 meter) en de baan waarop shorttrackers hun rondjes rijden (111 meter).
Op dit moment zijn er acht ambassadeurs die hun deelname al hebben toegezegd: langebaanschaatsers Michel Mulder, Jorien ter Mors, Jutta Leerdam en Bart Swings en shorttrackers Suzanne Schulting, Sjinkie Knegt, Arianna Fontana en Elise Christie. In totaal staan er komend seizoen zestig deelnemers aan de start. Er geldt een open inschrijving voor de kwalificaties en dat biedt ook kansen voor bijvoorbeeld ijshockeyers of inlineskaters.
De Icederby lijkt op het lijf geschreven van Ter Mors, die jarenlang shorttrack en langebaan combineerde. "Het is voor mij een unieke kans om te kijken of ik beide technieken samen kan voegen en iets moois kan laten zien", vertelt ze. "Wat ik vooral heel gaaf vind, is dat zowel de langebaantop als de shorttracktop bij elkaar komt. Ik heb tegen beide gestreden en nu zal het gelijktijdig zijn op dezelfde baan."
Klapschaats of vaste schaats
Op de rechte stukken zouden de langebaners in het voordeel moeten zijn, terwijl de shorttrackers beter door de bochten moeten komen. Moeten de schaatsers veel aanpassingen door gaan voeren? "Aanpassen is veel gezegd, maar je zult toch een bepaalde techniek moeten ontwikkelen voor die binnenbochten", aldus Swings. "Ik denk dat het mij heel erg gaat helpen voor de massastart. Als je op de Icederby die bochten kunt maken, gaan die van de massastart een makkie lijken. Je moet leren om die krappe bocht te nemen op topsnelheid. Ik denk dat moderniseren ten goede kan komen aan het schaatsen, zeker op de langebaan."
Gedurende de testperiode in de zomer zal ook moeten blijken welke schaatsen het beste werken voor de Icederby, klapschaatsen of vaste schaatsen. "Ik heb erg veel zin in om uit te zoeken of we klapschaatsen moeten hebben of niet", zegt Christie. "Als dat zo is, zal ik een kleine achterstand hebben in het begin, maar ik ben een snelle leerling. Ik doe al twaalf jaar shorttrack en dit is dezelfde sport maar dan op een andere manier. Ik ben klaar voor de strijd!"
Voor de langebaanschaatsers komt er nog iets anders bij kijken: race-inzicht. Shorttrackers zijn gewend om een tactisch spelletje te spelen, terwijl dat op de langebaan alleen geldt voor de mass start. "Ik ken het vanuit skeeleren, daar rijden we ook met een groep in de baan", zegt Mulder. "In dat opzicht hoef ik niet veel te leren, al zal het toch wat anders zijn met schaatsen aan. Ik heb nog nooit tegen Sjinkie aan de start gestaan dus ik heb echt geen flauw idee wat ik kan verwachten." Of Knegt eind maart 2020 daadwerkelijk kan starten, is nog de vraag. De Fries werkt momenteel hard aan zijn herstel.
Prijzengeld
Het draait volgend jaar niet alleen om de sportieve prestaties, maar ook om een riante prijzenpot van twee miljoen dollar (1,8 miljoen euro). Het geld is beschikbaar gesteld door sponsoren uit Zuid-Korea, waar de Icederby oorspronkelijk vandaan komt. Per afstand (waarschijnlijk 3, 5 en 7 ronden) levert dat een totaalbedrag op van 250.000 dollar, waarvan 50.000 dollar voor de winnaar, en hetzelfde geldt voor het eindklassement.
Ter vergelijking: een gouden medaille op de WK Afstanden levert een langebaanschaatser 6000 dollar (5300 euro) op. Bij shorttrack ontvangt de overall wereldkampioen 9000 dollar (7960 euro), plus 3000 dollar (2650 euro) per afstandszege en 7000 dollar (6200 euro) per team voor de relay. In de Icederby gaat niemand met lege handen naar huis: ook als je laatste wordt in de heats krijg je een beetje prijzengeld.
"Voor ons is het mooi meegenomen dat het prijzengeld zo fantastisch is, want dat kennen wij helemaal niet bij het shorttrack. Maar als je er geen plezier aan beleeft, houd je het niet lang vol", zegt Schulting. "Het lonkt", beaamt Mulder glimlachend. "Ik zou liegen als ik zeg dat het niet heel aantrekkelijk is. Dat geldt denk ik voor alle sporters en daardoor zullen ook veel sporters graag mee willen doen in maart. Dat is alleen maar mooi. Het is voor de Nederlandse fans ook leuk om de beste langebaanschaatsers en shorttrackers tegen elkaar te zien rijden."
