Met plezier kijkt Benny Bruggemans terug op de beginperiode. "In Dordrecht zijn we vanaf nul begonnen en hebben op honderd manieren ons hoofd gestoten. Wat heel leuk was want daardoor moest ik oplossingen gaan zoeken waar andere RTC's ook weer wat aan hadden. In het begin besefte ik het me helemaal niet maar als je nu terugkijkt, realiseer je je wel dat die anderen daar veel profijt van hebben."
De oud-shorttracker draaide dertien jaar mee in de (top)sportwereld en zat in het nationaal team. Maar het vuur was bij de 35-jarige Voorburger naar eigen zeggen wat eerder gedoofd dan bij anderen en in 2002 hing hij zijn schaatsen aan de wilgen. Jarenlang was Bruggemans 'gewoon' aan het werk en totaal niet betrokken bij shorttrack. In de loop van de tijd lonkte de sport toch en naast zijn vaste baan schoolde hij zichzelf bij onder andere op het gebied van krachttraining.
In februari 2012 werd de eerste World Cup in Dordrecht verreden, met oud-ploeggenoot Cees Juffermans als toernooidirecteur. Bruggemans was er actief als vrijwilliger. "Daar begon het wel weer te jeuken. Ik vind shorttrack nog steeds de leukste sport die er bestaat", vertelt hij. "Ik ben clubtraining gaan geven en van het een kwam het ander. Acht maanden na die eerste trainingen werd ik gevraagd als RTC-trainer." Na een aanloopperiode werd in seizoen 2013/2014 voor het eerst een ploeg samengesteld en gingen de gezamenlijke trainingen van start.
Shorttrackhoofdstad
"Ik vind dat Dordrecht ontzettend goed past bij de rol van een RTC. Op dit moment hebben we een ploeg van zestien rijders, maar er staan geen zestien wereldkampioenen op het ijs", zegt Bruggemans. "Zo lang ze deel uitmaken van de ploeg doen wij er alles aan om ze zo goed mogelijk op te leiden en te ontwikkelen. Als dat betekent dat iemand op z'n zestiende tot de conclusie komt 'dit wordt 'm niet', verder gaat met school en de sport laat schieten, dan is dat goed. Degene die meer wil en meer nodig denkt te hebben, kan dat ook krijgen. Daar zou een RTC voor moeten staan, ik denk dat Dordrecht dit bij uitstek ontzettend goed doet."
De rijders worden uiteindelijk klaargestoomd voor het nationaal team. De goede prestaties van de huidige selectie onder leiding van bondscoach Jeroen Otter geven aanstormende talenten flink wat wind in de rug en 'Dordt' is de afgelopen jaren uitgegroeid tot shorttrackhoofdstad van Nederland. Na de vuurdoop in 2012 volgden er wereldbekerwedstrijden in 2016 en 2017 op het ijs van Sportboulevard Dordrecht en in 2015 was de baan het strijdtoneel van de Europees kampioenschappen. De stad is volgend seizoen wederom gastheer van de EK.
Enthousiasme
De schaatsbaan leent zich er voor; de ijskwaliteit is goed evenals de baanbeveiliging. De hele baan kan worden aangepast met hybride boarding ter bevordering van de veiligheid van de shorttrackers. In het geval van pech kan men terecht in het ziekenhuis aan de overkant. Er is ruimte om drie extra tribunes neer te zetten bij de ijsbaan waardoor er meer mensen in kunnen. Het enthousiasme van de vrijwilligers maakt dat iedereen zich altijd welkom voelt om evenementen bij te wonen of er aan deel te nemen.
Diezelfde goede faciliteiten hebben de talenten en trainers van het RTC ook tot hun beschikking. "Dordrecht heeft het enthousiasme gehad om dit te willen en er support en commitment aan te geven. Dat is ook nodig van een locatie waar je een RTC wilt starten. De gemeente is al jarenlang ontzettend enthousiast om shorttrack in haar stad te hebben." Zo worden er clinics en coachplatforms georganiseerd.
Ook vanuit de lokale Dordtse club, IJssportvereniging Alblasserwaard (IJA), staan er regelmatig trainers bij Bruggemans op het ijs of ze nemen soms trainingen over. Met de intentie dat de trainers die informatie mee terug nemen naar de vereniging. Er is echter nog geen doorstroming vanuit de club naar het RTC. "Dat is iets wat we wel heel graag willen. Waarom het nu nog niet lukt, weten wij ook niet. Maar we zijn wel bezig om die doorstroom op termijn voor elkaar te krijgen."
Wisselingen
In het begin besloeg Dordrecht als enige RTC een enorme regio. Inmiddels zijn er twee andere centra met shorttrack: RTC Midden in Utrecht en RTC Noord in Heerenveen. Als gevolg hiervan heeft Bruggemans veel rijders (weer) zien vertrekken. Avalon Aardoom, die tijdens de NK in Thialf verrassend tweede werd, verruilde Dordrecht voor Noord om zich daar verder te ontwikkelen. De gedachte dat talenten op den duur worden weggenomen, speelt wellicht ook mee bij de clubs en verenigingen denkt de trainer.
"Maar dat gevoel is wel steeds minder geworden. Omdat shorttrack nog een relatief kleine sport is, gebeurt het ook tamelijk snel dat een rijder de club ontgroeit. Ook ik vind het vervelend als rijders van mij op een andere plek gaan schaatsen. Maar aan de andere kant vind ik het belangrijk dat hij of zij zich optimaal kan ontwikkelen, en soms kan dat beter op een andere plek." Die wisselingen in de groep kunnen als nadeel worden gezien maar ze bieden ook veel kansen, aldus de coach. "Je gaat continue met nieuwe mensen aan de slag en vindt nieuwe dingen uit hoe we het allemaal beter kunnen maken. In de sport is het heel vervelend als je elk jaar hetzelfde moet doen. Dat is bij ons zeker niet het geval, het is steeds fris en weer een stap vooruit."
Die nieuwe inzichten krijgt Bruggemans ook door RTC Zuidwest, waarmee er op sporttechnisch gebied goed wordt samengewerkt. "Elke maand overleggen wij met de langebaantrainers. Met name in de zomer trainen de langebaners van Zuidwest met ons mee op het shorttrackijs. Af en toe komt er een langebaanschaatser een weekje bij ons, om even een andere prikkel te krijgen. En andersom gebeurt dat ook: mijn shorttrackers met langebaanambities, zoals Georgie Dalrymple, haar broertje Ted en Jesse Speijers, hebben de mogelijkheid om met Zuidwest mee te trainen en stappen te maken op de langebaan. Het is echt een hele leuke samenwerking en je kunt veel van elkaar leren. We zijn nu al bezig om gezamenlijke trainingen in te plannen voor komend seizoen."
Klik hier om alles te lezen over regionale talentencentra.
