Na de eerste dag dacht Leenstra even dat ze er niet meer bij hoorde. Op de 500 meter, haar minst favoriete afstand van de drie afstanden die ze dit weekend reed, kwam ze niet in de buurt van de top tien (ze werd 17e). Dat zette de Friezin aan het nadenken. "Ik dacht: wat doe ik hier eigenlijk?", zei Leenstra in de catacomben van Thialf. "Er werd zo hard gereden. Daar maakte ik me wel zorgen om, ja."
Leenstra kreeg op de tweede dag van de World Cup meteen de kans om de teleurstelling van zich af te zetten. Op de 1500 meter stevende Leenstra lang af op een plek bij de eerste drie, maar in de laatste ronde ging ze onderuit. "Mijn been schoot ineens weg. Voordat ik het wist, lag ik al op het ijs. Waar dat aan lag? Natuurlijk speelt vermoeidheid mee, maar als het ijs beter was, was dit denk ik niet gebeurd."
Pieken
Om de val zo snel mogelijk te vergeten, wilde Leenstra op de 1000 meter een goed resultaat neerzetten. Ze noteerde een tijd van 1.15,28 seconden en dat was bijna een seconde sneller dan een paar weken eerder op de NK Afstanden. Met nog één rit te gaan stond Leenstra op de tweede plek achter de oppermachtige Nao Kodaira (1.13,99). Leenstra hield hoop op een podiumplek, maar Jorien ter Mors en Miho Takagi reden allebei een tijd halverwege de 1.14.
Het betekende een vierde plek voor Leenstra. "Ik verloor in de laatste ronde net te veel snelheid. Het is superbalen dat ik het podium net niet haal, maar aan de andere kant word ik liever nu vierde dan op de Olympische Spelen." Voor Leenstra was de 1000 meter vooral een prettige afsluiting van het weekend. "Dit is wel een opluchting. Ik doe nog mee met het spelletje", lacht ze.
De Friezin, tegenwoordig trainend bij de Italiaanse selectie, merkte op dat ze vergeleken met het NK weer een stuk beter was geworden. Toch zit ze nog lang niet op de toppen van haar kunnen. "Dat hoop ik toch niet. Het OKT is het piekmoment voor ons. Daar moet het gebeuren."
Dat de Japanse vrouwen zo vroeg al pieken, vindt Leenstra opvallend. "Ik zag ze vorig seizoen wel beter worden, maar dat ze nu zoveel winnen, is wel een probleem. Ze rijden echt wereldtijden. Blijkbaar pieken zij nu al."
