Tickets
Shop
Nieuws 12 jan 2016

Op Glad ijs: Remy Bonjasky

In de rubriek Op Glad IJs vraagt Schaatsen.nl bekende Nederlanders naar hun liefde voor schaatsen. Een verrassende ‘held’ op schaatsen is de in Suriname geboren vechtsporter Remy Bonjasky. Groot in Azie waar hij in Japan en Thailand niet over straat kan zonder belaagd te worden door grote hordes fans en waar hij een populariteit heeft die je kunt vergelijken met voetbalicoon Ronaldo. In Nederland deed hij mee aan Dancing on Ice.

Remy Bonjasky, de boomlange drievoudige winnaar van de K-1 World Grand Prix, zou je niet zo snel op schaatsen verwachten. Zijn uitstraling staat haaks op die van een gemiddelde schaatser in Nederland. De combinatie was ook zeker in het begin niet natuurlijk. “In Suriname heb je geen bevroren water, ik weet nog dat ik vijf was toen ik in de winter aan kwam in Nederland. Het was zo koud! Ik schrok, zag witte koude vlokjes uit de lucht vallen”, vertelt hij. “Dat was ook ongeveer het eerste moment dat ik op het ijs ging staan. Het was vreselijk. Ik viel keihard op mijn achterhoofd. Ik dacht toen: dat gladde spul is niet voor mij bedoeld. Ik had meteen een antipathie tegen dat ijs.”

Op de Nederlandse school was het niet meer dan normaal dat er werd geschaatst. “Ik moest een paar keer van die dingen aantrekken, maar dat ging ook niet zo goed. Weer proberen, weer vallen”, vertelt hij. “Ik vond het vreselijk dat ik het niet kon. Tijdens de gymles kon ik alles. En ik was natuurlijk dol op sporten. Maar iedere keer dat we weer dat ijs op moesten, dacht ik: kom op, laten we lekker gaan trefballen of in de ringen hangen. Iedere keer dat ik viel raakte ik meer gedemotiveerd.”

Daarna heeft Bonjasky niet meer geschaatst tot de opnames van Dancing on Ice, in 2011. “Toen ze belden, had ik net een sportschool geopend. Ik heb altijd een filosofie; je moet minimaal twee keer per jaar meedoen aan een groot en goed bekeken televisieprogramma. Veel andere topsporters werden ook kampioen, maar raakten daarna in de vergetelheid. Ik zeg heel vaak nee, maar dit keer dacht ik: laat ik maar meedoen aan Dancing on Ice. Al zou ik het niet zo snel nog een keer doen.”

Toch kreeg hij wel lol in het schaatsen tijdens en voor de uitzendingen. “Ik begon iets enthousiaster aan dit programma dan tijdens mijn eerste stappen op het ijs. Dat kwam door de goede begeleiding. Ik kreeg echt een trainer en dat was ook wel nodig. Al mijn tegenkandidaten hadden vroeger geschaatst en ik was de enige donkere jongen die meedeed. In het begin ging het aardig, ik viel wel heel vaak maar ik was hard en sportief door mijn sportachtergrond. Ik stond gewoon weer op.”

Na drie uitzendingen werd hij geëlimineerd, daarmee stopte het schaatsavontuur voor de bokser. Zijn zoon neemt het stokje over. “Ik ben met hem een keer gaan schaatsen. Hij kan het veel beter, schaatst mij er nu al uit.” Daarachter ligt een iets bredere ontwikkeling die Remy toejuicht. “Je ziet dat Surinaamse jongens steeds meer lol krijgen in schaatsen. Het ligt er wel aan waar ze leven. De kinderen in hartje Bijlmer zullen niet gaan schaatsen, maar kinderen die op een school in Laren zitten zullen wel heel goed kunnen schaatsen. Ha, zij verslaan – net als Shani Davis - binnen een aantal jaar de Hollandse concurrenten.”

“Af en toe ontmoet ik topschaatsers bij programma’s of bijeenkomsten, maar ik heb niet een specifieke band met een schaatser. Ik volg het wél. WK’s en EK’s staan bij mij altijd op, en natuurlijk kijk ik bij de Olympische Winterspelen alles. Als Sven Kramer zijn dingetje gaat doen, dan wil ik altijd even kijken. Hij is van uitzonderlijke klasse.”

Ondanks dat hij geen echte band met topschaatsers heeft, heeft hij wel een band met andere grootheden op het ijs. “Ik ben ooit met Jörgen Raymann en Ruud Gullit gaan schaatsen. Het heette ‘Suriname on Ice’. Dat was één van de leukste momenten op het ijs. Het was met vallen en opstaan. Je hoorde het ijs kraken, dat ging allemaal net goed. Met van die stoelen stonden we op het ijs. Het leek wel of we uit een vluchtelingenkamp waren gehaald. Alleen Gullit niet. Hij was zo Nederlands als het maar kan. Hij maakte zijn pirouettes. Jörgen en ik bakten er helemaal niets van.”


Deel dit artikel op
Gerelateerde artikelen
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan