Erik Jan Kooiman kan zijn ogen nauwelijks geloven als hij ziet dat de grote Sven Kramer op de tien kilometer niet onder zijn tijd duikt en uiteindelijk alleen Bob de Jong en winnaar Jorrit Bergsma sneller zijn. Met zijn tweede tien kilometer ooit haalt de 28-jarige Kooiman brons op de KPN NK Afstanden.

De verrassing is groot, want hij komt vrijwel uit het niets. Terwijl zijn tegenstanders al jarenlang hun leven hebben gewijd aan het schaatsen en ontelbare rondjes hebben gereden is Kooiman een nieuweling. Hij komt pas net kijken.

Een paar jaar geleden nog maar is Kooiman helemaal geen schaatser: hij is een verdienstelijk wielrenner bij de amateurs. Hij wint met regelmaat zijn wedstrijdjes en geldt in het peloton als een man die het harde werk niet schuwt. Als hij alleen in de aanval gaat en de achtervolgers niet opletten dan blijft hij steevast weg tot op de streep.

Op zijn 25e besluit hij om een oude liefde weer te omarmen: het schaatsen. “Ik ben als kind met het schaatsen opgegroeid, maar bij mijn vereniging STV Lekstreek hadden ze meer aandacht voor de sprint en dat lag mij niet zo. Ondertussen bleek ik aardig te fietsen en heb ik dat meer opgepakt.”

Bijna tien jaar lang pakt Kooiman alleen in de winter af en toe zijn schaatsen uit de kast om een beetje in vorm te blijven ‘voor het geval dat er natuurijs komt’. Na een paar jaar net onder het profwielerniveau gekoerst te hebben besluit hij het schaatsen wat serieuzer aan te pakken.

Meteen laat de Lekkerkerker van zich horen. In de winter van 2011/2012 slaat de vorst toe op het moment dat het complete marathonpeloton het ijs van de Weissensee heeft opgezocht. Ook al ontbreken alle cracks, in Noordlaren spuiten de ijsmeesters toch de ijsbaan op om een wedstrijd te organiseren. Omdat het A en B-peloton in Oostenrijk zitten wordt het een wedstrijd voor C-rijders. Kooiman wint.

Zijn naam staat in de kranten als winnaar van de eerste natuurijswedstrijd van die winter. Zijn overwinning krijgt bovendien wat meer nieuwswaarde omdat hij de zoon is van twee schaatskampioenen. Zijn vader Jan en zijn moeder Ineke wonnen een vracht aan marathonwedstrijden en werden beiden meermaals Nederlands kampioen. Eerlijk is eerlijk, van een vreemde heeft hij het schaatsen dus niet. Genetisch heeft hij een streepje voor.

Zijn prestatie in Noordlaren blijft niet onopgemerkt bij de marathonploegen. De winter erna komt Kooiman uit voor De Uithof, in de Eerste Divisie van de marathon. Hij wordt dat jaar kampioen in die divisie en mag het jaar erna over naar de Topdivisie. Daar valt hij op met zijn doldrieste aanvallen die, dat moet gezegd, bijna altijd in schoonheid sterven.

Aardrijkskundeleraar

Ook al levert het hem geen overwinningen op, met die aanvallende stijl valt hij wel in de smaak bij Jillert Anema. Kooiman wordt ingelijfd bij Team Clafis en marathonteam Tjolk. Hij zegt zijn baan als aardrijkskundeleraar op. “Ik heb wel het schooljaar afgemaakt. Ik had een examenklas die het verdiende dat ik ze les bleef geven en hun examens na zou kijken.”

Tot half juli is Kooiman dus nog gewoon leraar, maar krijgt daarnaast wel het proftrainingsschema van Anema voor de kiezen. “Dat was wel lastig. Het was taai om dat allemaal te combineren”, zegt hij. Toch lukt het hem.

Hij ziet zichzelf aanvankelijk vooral als marathonschaatser. Bij de tweede ploeg van Anema, Tjolk, wil hij de volgende stap in zijn carrière zetten, maar zijn coach verwacht van zijn rijders ook dat ze zich op de langebaan bekwamen. Dus stelt Kooiman zich twee doelen voor deze winter: een marathon winnen en de KPN NK Afstanden halen.

Op trainingskamp in Erfurt peilt Anema zijn jongens om te kijken wie er zin heeft om een tienkilometerwedstrijd te rijden om zich voor de NK te plaatsen. “Ik wilde dat wel”, zegt Kooiman, “maar ik had ook nog geen vijf onder Jillert gereden dus ik wist niet of het wel mocht. Maar er kwam geen negatieve reactie.”

Op zaterdag 4 oktober haalt Kooiman de limiet op de vijf kilometer en een dag later rijdt hij zijn eerste tien kilometer. In 13.29,96, bepaald geen slechte tijd voor een debuut. Het is ook meteen voldoende voor deelname aan de nationale kampioenschappen. Het eerste doel van het seizoen is binnen.

Drie weken later bij de tweede KPN Marathon Cup van de winter haalt hij al zijn tweede doel en wint de Topdivisie-wedstrijd in Thialf. “Mijn vriendin zei toen al: je seizoen is al geslaagd”, lacht Kooiman.

Foto : Neeke Smit

Jongensboek

De winst op de marathon is al schitterend voor de schaatser, maar op de KPN NK Afstanden krijgt het verhaal van Kooiman jongensboekachtige trekken. Op de vijf kilometer rijdt hij een prima persoonlijk record, maar blijft met een negende plek in de luwte van de toppers.

Op de tien kilometer verandert dat. Zijn ploeggenoot Jouke Hoogeveen rijdt in de rit voor hem een sterke 13.13,79. “Dat wordt aanvangen, dacht ik. Maar hij vertelde me toen hij van het ijs afstapte dat het glij-ijs was en ik er vol voor moest gaan”, blikt Kooiman terug.

Dat doet hij. Hij gaat er vol voor. In pas zijn tweede tien kilometer ooit laat hij zich leiden door zijn gevoel. “Ik had meteen rondjes 31,3 te pakken en dat kon ik blijven rijden met voor mijn doen hele lange klappen”, vertelt hij. “Het viel goed op zijn plaats, want ik reed rondes die ik op de vijf kilometer niet twaalf en een halve ronde wist vol te houden en nu veel langer.”

Na de finish loopt Kooiman tevreden door de gangen van Thialf, want zijn tijd is opvallend goed. Pas later blijkt hoe goed precies. In de ritten na hem rijdt rijder na rijder zich stuk op zijn tijd. De tevredenheid verandert langzaam in een ongelovige vrolijkheid. Hij rent naar kennissen op de tribune, rent weer terug, kijkt met grote ogen naar zijn ploeggenoten op de tribune en zet zich op een stoeltje naast de ijsbaan.

De grijns op zijn gezicht wordt steeds groter en de verbazing in zijn ogen groeit evenredig mee. Als zelfs Kramer niet aan zijn tijd komt, weet hij even niet wat hem overkomt. Vragend trekt hij zijn schouder op en steekt zijn handen, bijna verontschuldigend in de lucht. Ik snap het ook allemaal niet, betekent het.

Slotrit

Dan volgt nog één rit met Jan Blokhuijsen en Bob de Jong. Kooiman is al zeker van selectie voor de World Cup in Seoul, maar maakt ook nog altijd kans op een medaille. Blokhuijsen geeft al snel op en stapt uit. Daarmee is brons een zekerheid, maar zelfs zilver lijkt nog mogelijk, want De Jong rijdt vergelijkbare tussentijden als hij. “Dat Bob de Jong mijn tijd als richttijd neemt is toch wel een heel groot compliment.”

De ervaren rot De Jong doet dat goed en belandt onder Kooimans tijd. Hij verovert het zilver achter winnaar Bergsma. Kooiman krijgt het brons.

Genietend van de onverwachte successen laat de 28-jarige ex-aardrijkskundeleraar zich even later huldigen op het middenterrein van Thialf, maar laat daarna ondanks zijn uitgelatenheid zien over een onvervalste topsportmentaliteit te beschikken. “De topsporter in mij had toch nog wel graag dat zilver gewonnen.”

Foto : Neeke Smit