Op 9 november 1989 gebeurde er iets wat velen destijds voor onmogelijk hielden. De Berlijnse Muur, die zorgde voor de scheiding tussen Oost- en West-Berlijn, was gevallen. De Nederlandse schaatsers waren twee weken na de Val in Berlijn en namen een steentje van de Muur mee. Het gebeurde in de aanloop naar de World Cup-wedstrijden die in het weekeinde van 25 en 26 november 1989, 25 jaar geleden, plaatsvonden. De Nederlandse mannen schaatsten in het Wilmersdorfer-Eisstadion in West-Berlijn, de vrouwen aan de andere zijde van de Muur in het Berliner Sportforum.

De val van de Muur 25 jaar geleden was wereldnieuws. Ineens was er geen Checkpoint Charlie meer, de bekendste van de drie doorgangen om van West- naar Oost-Berlijn te komen. Vanaf dat moment kon je zonder dat je binnenstebuiten werd gekeerd van West- naar Oost-Berlijn gaan en omgekeerd.

Ruim twee weken na de Val van de Muur wilden de Nederlandse schaatsers het met eigen ogen zien. Voormalig sprintspecialist Arie Loef wilde graag de andere kant van de Muur bekijken: “De mannen moesten in die tijd altijd in West-Berlijn rijden en de vrouwen in Oost-Berlijn. Nu konden we eens naar het oosten.”

De mannen liepen naar de beruchte Muur en hoorden steeds luider het tikken van ijzer op de dikke stenen Muur. “We komen bij die Muur aan, ik kijk naar rechts en links en zo ver mijn ogen reiken, zie ik mensen met hamers in hun handen tegen de Muur aan beuken”, aldus voormalig topschaatser Ben van der Burg.

Menigeen wilde graag een steentje van de Muur meenemen naar huis. De een kwam met een eigen pikhouweel aanlopen, de ander, een Amerikaan, verhuurde hamer en beitel. Hij was de vorige dag speciaal met het vliegtuig naar Berlijn gekomen om stenen van de beroemde Muur als souvenirs mee terug naar de States te nemen om daar geld mee te verdienen. En hij had een setje hamer en beitel extra meegenomen. Die kon hij verhuren om zo een stuk reiskosten te derven.

Historisch

De mannen van kernploegtrainer Ab Krook namen vervolgens graag de hamer en beitel ter hand om ook een steentje van de Muur mee te pikken. De toenmalig coach vond het een historisch gebeuren: “Het feit dat de Muur viel, was een historisch iets wat je dan toch relatief van dichtbij meemaakt.”

Voor Van der Burg was het ook een ervaring om nooit meer te vergeten: “Bijzonder is veel te zwak uitgedrukt. Met eigen handen een Muur afbreken, de Muur die al die jaren heeft gestaan, die het communisme heeft gesymboliseerd. Dat is voor mij een ‘defining moment’. Die eerste wereldbekerwedstrijd winnen stelt dan niets meer voor. Er zijn zo veel mensen die een wereldbekerwedstrijd hebben gewonnen.”

Gerard Kemkers, voormalig allrounder in het team van Krook, vond het hakken van steen van de Muur eveneens erg speciaal: “Dat is gewoon heel apart. Je voelt ook dat je onderdeel bent van een stukje geschiedenis.” Het stukje Muur dat hij destijds van de Muur hakte, symboliseert een bijzondere ervaring, waardoor het dan ook een mooi plekje in zijn nieuwe huis zal gaan krijgen. Loef vond het “gewoon geinig” om aan de Muur te staan hakken.

Foto : Huub Snoep

Ondanks de historische gebeurtenis waren de sporters wel met hun sport bezig. Van der Burg: “Twee weken ervoor had ik in de auto willen stappen om naar Berlijn te rijden, maar op dat moment was ik best wel bezig met die wereldbekerwedstrijd. Dat is natuurlijk dom, want er zijn veel belangrijkere dingen. Ik had wel het gevoel van: ‘wow dit is heftig’, maar in je achterhoofd heb  je natuurlijk ook een taak te verrichten.”

Dat gevoel onderkent Krook: “Het is een beleving als mens dat een historisch iets gebeurd is. Voor de rest was je toch weer bezig met je wedstrijden. Maar ik denk zeker dat de rijders zich achteraf goed hebben gerealiseerd dat ze bij iets heel bijzonders zijn geweest.”

De twee dagen na deze bijzondere gebeurtenis moesten de schaatsers wereldbekerwedstrijden rijden. Van der Burg werd dat weekend zelfs eerste op de 5000 meter.“Dat was heel mooi! Vooral omdat ik geïnspireerd was door de historische gebeurtenis in de geschiedenis van de mensheid.”

Verandering

Zowel de mannen als de vrouwen die twee weken na de Val van de Muur in Berlijn moesten schaatsen, merkten dat er een grote verandering had plaatsgevonden. Waar voorheen het oversteken van de grens bij Checkpoint Charlie lang duurde en er een visum nodig was om in Oost- of West-Berlijn te verblijven, was dit nu niet meer aan de orde. Iedereen kon de grens over zonder uren te wachten.

Door Christine Aaftink, voormalig sprintspecialiste, werd het oversteken van de grens bij Checkpoint Charlie na de Val van de Muur als minder bedreigend ervaren als de keren ervoor. “Er werd in de auto gekeken en onder de auto met spiegels. Ook stonden ze met mitrailleurs boven op een toren iedereen in de gaten te houden en dat was dus die laatste keer niet meer het geval.”

Kemkers vond het altijd een ongelooflijk spannende onderneming om de grens over te steken. De stad veranderende in zijn ogen enorm vanaf het moment dat de Muur viel. “Ik kom er de afgelopen jaren ook wel eens met mijn gezin en dan probeer ik nog heel duidelijk even aan te wijzen van kijk dit is nou typisch Oost-Berlijn. Maar dat wordt steeds schaarser.”  

Aan de Westkant kon je voor de Val tot aan de Muur lopen, maar de Oostkant was een soort oorlogsgebied. Als Kemkers nu in Berlijn rondloopt ziet hij de verschillen amper terug: “Ik vind het wel jammer dat de Oostkant helemaal volgebouwd is met moderne gebouwen, waardoor je nu het gevoel van die Muur grotendeels kwijt bent. Al snap ik wel waarom ze het gedaan hebben.”

Berlijn geeft Kemkers een beetje het gevoel dat het zijn stad is geworden. “Dat is natuurlijk helemaal niet zo. Maar ik heb er veel meegemaakt, omdat ik er ieder jaar ben geweest en de stad heb zien veranderen.”

Obstakel

De bewaakte grensovergang en het hebben van een visum werd destijds als een obstakel ervaren voor Krook toen hij daar met de dameskernploeg was. Annie Borckink had tijdens de Sprinter Meeting in West-Berlijn last gekregen van haar blinde darm, waar ze aan geopereerd moest worden. De ploeg moest echter de volgende ochtend naar Oost-Berlijn voor wedstrijden en de visums liepen af.

“Toen heb ik bij wijze van grote uitzondering een transit visum gekregen”, weet Krook zich nog te herinneren. “Dat betekende dat ik elke avond om 19.00 uur van Oost-Berlijn naar West-Berlijn naar het ziekenhuis mocht rijden, bij Annie kijken en dan weer terug. In Oost-Berlijn had ik altijd het gevoel dat het daar miezerig weer was, het altijd donker was en dat er altijd trieste gezichten waren. En dan ging ik bij Checkpoint Charlie de grens over, en dan kwam je in een keer in een neon verlicht stadsdeel binnen met alles erop en eraan en lachende mensen. Een heel ander iets. En dan ging je weer terug en kwam je weer aan de grens en dan leek het weer alsof het regende en het donker was en de mensen allemaal triest keken. In Oost-Berlijn waren het hele andere mensen. En dat vond ik altijd wel heel bijzonder.”

Voor de vrouwen was het ook een bijzondere ervaring om twee weken na de Val van de Muur te schaatsen aan de Oostkant. “We hoorden aan de kant van Oost-Berlijn dat mensen aan de Westkant de muur met hamers te lijf gingen, je hoorde ze bikken op de muur. Dat was wel indrukwekkend. Het was een hele bijzondere ervaring, te meer dat dit wel een hele belangrijke historische gebeurtenis was waar je zo direct erna bij aanwezig was”, aldus Aaftink.

Armoedig

De verschillen die werden ervaren tussen Oost- en West-Berlijn voor de Val van de Muur waren enorm. “Die tegenstelling tussen Oost en West was gigantisch, het was echt van de hel naar de hemel. Wij zaten zeker in Oost wel bij elkaar in kleedkamers, omdat het allemaal zo armoedig was. Het was bruin op het ijs en triest en afschuwelijk”, zoals Ria Visser, voormalig langebaanspecialiste, in het programma Pauw Oost-Berlijn beschreef.

Toch was er na twee weken nog niet zoveel veranderd aan de Oostkant van Berlijn. Er heerste nog steeds veel discipline en ze waren er streng, zoals het voorheen ook altijd was geweest. Wel was de sfeer anders, weet Aaftink nog: “Het was ‘raar’ dat de Oost-Duitse dames ineens veel meer vrijheid hadden dan voorheen. Er was ook wel direct veel meer contact met hen. Voorheen praatte je eigenlijk amper met elkaar.”