Ze zijn de eerste schaatshelden die in beelden zijn vastgelegd: de destijds twintigjarige Trijntje Pieters uit Poppingawier en de zestienjarige Joukje Wybes uit Damwoude. Na een uitputtende knock out-wedstrijd die 1 en 2 februari 1805 op de Leeuwarden Stadsgracht werd gehouden, bleven Pieters en Wybes na zeven ronden als laatste twee van de 128 gestarte vrouwen en meisjes over.

Voor meer dan 10.000 toeschouwers, zo schreven de kranten, won Pieters “met een neuslengte”. Voor het eerst verschenen er zelfs ingekleurde prenten van de schaatsheldinnen die als warme broodjes over de toonbank gingen. De hardrijdster op de schaats had een gezicht gekregen!

Ruim tweehonderd jaar na dato kan de sensatie die deze wedstrijd teweegbracht nauwelijks overschat worden. In de “Algemeene Vaderlandsche Letteroefeningen” (een letterkundig tijdschrift!) woedt wekenlang een felle polemiek tussen voor- en tegenstanders van de nieuwe sporthype.

Welk eene onbedachtzaamheid, ontbloot van allen gevoel,” zo schrijft een anonieme “Philantrope”,“is het niet tot zulk een moordend spel de zwakkere Kunne op te winden, door blinkend goud en sieraadjes te verlokken? Vrouwen, welker bestemming is voor het huiselijk leven en tot de moederlijke zorgen. Zij mogen tot geen prijs, tegen de wet der Scheppinge aan, tot overspanning van kracht en geweldiger bewegingen aangezet worden door onze Sekse, geroepen tot hare bescherming en hulpe.

Zedelijke ontaarding

Achter het beroep op bijbelse normen en waarden, schuilt ook de angst voor zedelijke ontaarding. In het heetst van de strijd schroomden de famkes immers niet om, volgens dezelfde criticaster “alle de bovenkleederen af te leggen, waarbij alle bevalligheid van haar lichaam zich gansch ongunstig vertoonde.

En dat kan tot oncontroleerbare hitsigheid leiden, zo vreest onze filantroop: “want wie berekent de zedelijke wanordes en deerlijke onheilen, die vandaar voor dezelve ontstaan kunnen, maar welke ik, hoezeer zij zich aan mij in een duister verschiet voordoen, niet van daar behoef voor den dag te halen en op den voorgrond te stellen?

De filantroop had het er maar moeilijk mee: geschokt als hij was door zijn eigen lustgevoel waar hij geen raad mee wist. Hij beëindigt zijn lange betoog met een oproep aan de koning (toentertijd de Franse koning Lodewijk Napoleon want we waren immers bezet): “ter stuiting van dit wreedaardige spel.”

Op herhaling

Maar de koning liet zich niet imponeren. Vier jaar later mochten de vrouwen op herhaling. Als enige beperkende bepaling gold nu dat alleen ongetrouwde vrouwen tussen de 16 en 27 jaar mee mochten doen. Het aantal deelnemers was deze keer beperkt tot 64, zodat de wedstrijd in één dag afgewerkt kon worden.

De toeschouwers waren weer uit heel Friesland naar de hoofdstad gekomen om de strijd te aanschouwen. Houkje Gerrits van Veenwouden schreef geschiedenis door in de finale af te rekenen met Mayke Meyes uit Heeg. Het gouden oorijzer dat ze won, werd geschat op een waarde van zo’n 300 gulden: destijds een royaal jaarsalaris!

Deze keer verschenen er niet alleen ingekleurde etsen van de hardrijderij, maar durfde enkele schilders het zelfs aan de strijd in olieverf op linnen te vereeuwigen: een bewijs dat er destijds ook uit hoge kringen belangstelling was voor het hardrijden van de vrouwen.

Adolf Hitler

De vermaarde Harlingse schilder Nicolaas Baur blijkt zelfs twee versies van de hardrijderij gemaakt te hebben. De eerste hing lange tijd in het Fries Museum in Leeuwarden. De tweede werd in april 2013 aan het Rijksmuseum in Amsterdam geschonken door het Friese echtpaar Willem-Jan Hacquebord en Houkje Anna Brandsma.

Uit onderzoek naar de verkoopgeschiedenis van het doek doorn het Rijksmuseum kwam een opmerkelijk feit naar voren. Het schilderij was in 1942 in opdracht van Adolf Hitler aangekocht voor zijn nieuwe Rijkskanselarij in Posen, in het geannexeerde Polen. D

aar heeft het schilderij gehangen totdat Polen in april 1945 door de Russen werd bevrijd. Via een lange omweg is het schilderij uiteindelijk weer in Friesland terecht gekomen, en hangt nu prominent in het hoofdstedelijk Rijksmuseum!