De Rottemerentocht in Zevenhuizen is naast de Elfstedentocht tot nu toe het meest spraakmakende schaatsevenement geweest. De afstand van 200 kilometer zorgde sowieso voor winterse verhalen, maar een enorme schaatsrel naar aanleiding van de wedstrijd in 1982 en een heuse bommelding aan de vooravond van de Rottemereneditie in 1985 zorgen ervoor dat het evenement van initiatiefnemer Klaas Verweij voor eeuwig een prominente plaats heeft gekregen in de schaatsgeschiedenis.

Voor Klaas Verweij uit Zevenhuizen was schaatsen zijn grote hobby. De goedlachse ondernemer in de kassenbouw en later de caravanbusiness sponsorde sprinter Jan Bazen, ondersteunde de kernploegen, hielp gewestelijke rijders en sponsorde marathonschaatsers. Maar hij was vooral de sterke man achter de 200 kilometer lange Rottemerentocht, die op 27 januari 1979 voor het eerst gehouden werd.

Vier dagen eerder was er voor het eerst sinds de Elfstedentocht van 1963 weer over 200 kilometer geschaatst op Nederlands ijs. Dries van Wijhe had een fraaie overwinning geboekt in de Veluwemeertocht. Op het ijs van de Rottemeren won Dolle Dries opnieuw. Aan de finish had hij dik vier minuten voorsprong op Jos Niesten.

Op 16 januari 1982 stonden de kampioenen van de lange afstand opnieuw aan de start in Zevenhuizen. Er was echter een week vol felle ruzies aan voorafgegaan. De marathoncommissie van de KNSB weigerde namelijk een vergunning te geven de wedstrijd op zaterdag te mogen organiseren, omdat er ’s avonds in Amsterdam een Cup-wedstrijd op kunstijs op het programma stond.

Maar natuurijs is nu eenmaal natuurijs. Klaas Verweij was als organisator niet te stuiten. De rijders evenmin. Tweehonderd deelnemers schaatsten door een schilderachtig winterlandschap en precies 5 uur en 42 minuten na de start reed Jos Niesten als winnaar over de finish. Het was een tijd die nog nimmer over 200 kilometer was gerealiseerd. Hij won met 1 minuut en 10 seconden voorsprong op Co Giling.

De nummers één en twee stonden ’s avonds gewoon weer aan de start op de Jaap Edenbaan voor de Cup-race, alsof er niets gebeurd was op deze uitzonderlijke winterdag, Maar na 200 kilometer buffelen op natuurijs waren de benen niet soepel genoeg meer voor de snelle dans door 200 bochten. Halverwege gaven Niesten en Giling op.

Nationale rel

De KNSB was woedend. Vier dagen later stuurde het dagelijks bestuur een brief naar twintig rijders: negentien heren en Lenie van der Hoorn, de enige dame die de Rottemerenwedstrijd reed. Ze werden voor de eerst komende twee Cup-wedstrijden geschorst.

Een nationale rel was geboren. De rijders schreeuwden moord en brand, omdat hen niet officieel was meegedeeld dat de wedstrijd in Zevenhuizen niet op de schaatskalender was geplaatst. Bovendien waren zij het er niet mee eens dat zij wel werden geschorst, maar dat tegen de 180 andere deelnemers geen sancties werden getroffen. Ook was het merkwaardig dat de organiserende IJsclub Zevenhuizen niet werd bestraft.

Klaas Verweij temidden van zijn kampioenen, v.l.n.r.: Henri Ruitenberg, Jos Niesten, Jan Kooiman en Evert van Benthem (won de Rottemeren in 1986). | Foto : Huub Snoep

De rijders stapten naar de tuchtcommissie. Hoewel die pas op 17 maart een uitspraak deed en de rijders in het gelijkstelde omdat er onvoldoende bewijzen waren dat de schaatsers goed op de hoogte konden zijn dat de wedstrijd op de Rottemeren geen goedkeuring had van de KNSB, had de schaatsbond eerder al op 27 januari de schorsing van de twintig rijders ingetrokken. Het hevigste conflict in de nog maar korte historie van het marathonschaatsen tussen rijders, organisaties en bond was daarmee afgesloten.

Onsmakelijke anonieme telefoontjes

Zevenhuizen, zoals de wedstrijd door de rijders steevast werd genoemd, zou de wedstrijd van Jos Niesten worden. In 1985 kondigde hij zijn afscheid aan, maar op 17 februari stond hij opnieuw aan de start op de Rottemeren. Na een tweede plaats in 1979 en winst in 1982 reed de 39-jarige Heemskerker in ’85 naar een van zijn fraaiste overwinningen uit zijn loopbaan.

In januari was tot grote teleurstelling van heel Nederland de Elfstedentocht afgelast. Niesten had die 'zwarte' dag hele delen van het parcours verkend en was aanwezig bij de persconferentie, waarbij voorzitter Jan Sipkema bekend maakte dat 'het niet kon'. “Ze durven niet”, was het commentaar van Niesten, die kort daarop besloot dat dit zijn laatste seizoen zou worden. Hij had alles bereikt wat mogelijk was. Bovendien gebeurde dat altijd op een prachtige manier. Niesten kon namelijk niet sprinten, dus moest hij zijn tegenstanders er wel af rijden.

Zo deed hij dat ook op 17 februari 1985. Het complete marathonpeloton stond op de Rottemeren aan de start, nu het zeker was dat er geen Elfstedentocht meer zou komen. Niesten had kort daarvoor nog op het Elfstedenparcours getraind. “Toen er iemand vlak voor mijn neus door het ijs zakte, ging ik met een gerust gevoel naar Zevenhuizen.”

De organisatie van de Rottemerentocht werd inmiddels bestookt met allerlei onsmakelijke anonieme telefoontjes. Om kwart voor twee ’s nachts, dus op de dag van de 200 kilometer-wedstrijd, was voorzitter Veerman uit zijn bed gebeld met de mededeling dat de kantine van de ijsclub de volgende ochtend om 10 uur zou worden opgeblazen.

De bommelding werd uitermate serieus genomen. Na een grondige controle werd er echter geen enkel verdacht pakketje gevonden. De kantine kon gewoon worden gebruikt. Maar doordat dezelfde geheimzinnige telefoontjes ook gepleegd werden naar radiostations die mededeelden dat de wedstrijd op de Rottemeren was afgelast, kwamen er minder toeschouwers dan was verwacht.

Spektakel

De rijders hadden er geen boodschap aan en kwamen massaal naar Zevenhuizen voor de 200 kilometer-wedstrijd. Het dooide licht, maar dat belette niet dat de marathontop er weer spektakel van maakte met Jos Niesten opnieuw als winnaar. Hij won met 1 minuut en 20 seconden voorsprong op Lubbert van der Molen. Henri Ruitenberg werd derde, Jan Kooiman vierde.

Tot stomme verbazing van het hele peloton kondigde Elfstedenvoorzitter Sipkema de volgende avond de Elfstedentocht aan voor donderdag 21 februari. Niesten, Ruitenberg en Kooiman speelden ook in Friesland een hoofdrol en eindigen achter Evert van Benthem als tweede (Ruitenberg), derde (Niesten) en vierde (Kooiman).

Uit welke hoek de telefoontjes op die bewuste 17e februari 1985 kwamen, heeft men nooit kunnen achterhalen. Maar het voorval zorgde wel voor één van de meest tumultueuze dagen in de historie van het marathonschaatsen.