Al zijn schaatsmakkers van weleer mogen dan onder aanvoering van Bart Veldkamp naar Alta trekken voor revanchewedstrijden, ergens hoog in Noorwegen, maar boer Ids Hylke Postma blijft lekker thuis in Dearsum. Met Anni. Met de kinderen Josephine (3) en Elisabeth (9 maanden). En met zijn 400 (!) koeien.

Geen zin in een olympische revanche op de 1500 meter tegen Ådne Søndrål?
“Joh, ik wist niet eens dat ze daar in Noorwegen gingen schaatsen. Nee, ik ben niet gevraagd. Eigenlijk had dat wel gemoeten, hè’?”, lacht Postma. “Maar het is niet erg dat ik niet ben uitgenodigd. Ik was toch niet gegaan. Schaatsen tegen Ådne Søndrål is altijd een feest geweest. Maar eerlijk gezegd, ik heb het wel gehad, joh. Ik leef niet in het verleden.”

Het schaatsen, het ambitieuze en fanatieke topschaatsen, is voor hem een afgesloten tijdperk. Het was toen belangrijk, nu niet meer. Ids Postma (41) heeft na zijn Olympisch successen (goud op de 1000 meter en zilver op de 1500 meter in Nagano, 1998) andere prioriteiten. Zijn gezin in de eerste plaats. En de zorgen voor de familieboerderij in Dearsum.

Zou je het nog aankunnen, zo’n 1500 meter?
Postma: “Nee, joh… Ik zou na 300 meter al kapot zitten. Ik schaats nog wel regelmatig, maar puur uit liefhebberij. Andere jaren ging ik bijna iedere week wel een keer naar Thialf. Maar dit jaar ben ik nog maar een keer of drie, vier geweest. Dan haak ik aan bij een groepje. En het is leuk als er oude bekenden zijn. Ik kom Yep Kramer af en toe tegen en dan schaatsen we samen en drinken na afloop een biertje. Maar voorop rijden? Liever niet. Meeliften, dat kan ik nu heel goed.”

De liefde voor het schaatsen is er niet minder om, zegt Postma, af en toe onderbroken door dochter Elisabeth en soms gesouffleerd door echtgenote Anni Postma-Friesinger. “Maar er zijn nu andere zaken die om aandacht vragen.”

Een jong gezin en een almaar uitdijende melkveehouderij eisen veel, zo niet alle tijd en aandacht op. Bovendien heeft Anni Friesinger nog een carrière in Duitsland, onder meer als tv-commentatrice en presentatrice van tv-programma’s. Zo presenteerde ze vorig jaar het populaire tv-programma Real Cool Runnings aufs Eis, waar naar Nederlands voorbeeld een aantal Keniaanse hardlopers onder leiding van Friesinger leerde schaatsen. En Anni is bij onze oosterburen nog altijd een geliefde beroemdheid; regelmatig staat ze in magazines (o.a. Bunte) en kranten.  Dat betekent veel heen en weer pendelen tussen Dearsum en Salzburg.

Postma: “Anni is in Duitsland druk met van alles en nog wat. De finale van dat programma met de Kenianen was bijvoorbeeld op de Weissensee. Daar zijn we met het hele gezin geweest. Erg leuk daar. Ik denk dat we vaker gaan schaatsen op de Weissensee en skiën in de buurt, als de kinderen wat ouder zijn.”

Heb je daar de 200 kilometer geschaatst?
“Néé, zeg. Na 100 kilometer was de pijp leeg, ik vond dat ver genoeg. Maar ik merkte dat ik na terugkeer meer lucht had op mijn schaatsavond in Thialf. Dan merk je ook dat je met wat meer conditie de snelheid ook weer wat terugkrijgt. Het is er allemaal nog wel, hoor.”

Hoe staat het leven op de boerderij in Dearsum?
“Het gaat goed, al hebben we op het ogenblik veel last van de lagere melkprijzen. Het melkquotum gaat er op 1 april af en dan ontstaat toch een vrijere markt zonder beperkingen. We zijn de afgelopen jaren van 250 naar 400 koeien gegroeid met het oog op het einde van het quotum. En met drie man personeel is dat allemaal goed te doen.”

Postma houdt de wereldpolitiek met het oog op de melkmarkt tegenwoordig goed in de gaten. Hij haalt de oorlog in de Oekraïne aan, die heeft geleid tot een handelsboycot van de EU met Rusland.

“De melkprijs is mede daardoor omlaag gegaan”, legt de Fries uit. “ Er ging weliswaar maar vijf procent van de kaas en zuivel heen, maar het werkt wel marktverstorend. Daarom ben ik blij met het staakt-het-vuren tussen Rusland en de Oekraïne. Ik hoop dat de markt en dus de melkprijs zich snel herstelt.”

Foto : Soenar Chamid

Heb je ondanks je drukke bezigheden geen zin om je in het schaatsen nadrukkelijker te manifesteren? Bijvoorbeeld als trainer/coach?
“Nee, helemaal niet. Ik zou eerst allerlei diploma’s moeten halen en daarvoor ontbreekt me de tijd. Het kan wel hoor, een boerderij runnen en in het schaatsen actief zijn. Kijk maar naar Geert Kuiper, die heeft het ook jaren gedaan. Maar voor mezelf zie ik dat niet zitten.”

Hoe heb je de WK afstanden beleefd? Jij en Anni zijn niet in Thialf wezen kijken.
“We hebben lekker achter de televisie gezeten. Daar zitten we best. Wel zo handig, want als ik moet werken, dan loop ik even snel tussendoor naar buiten, naar de koeien. Liefst in een dweilpauze. Anni en ik vinden het allebei heel leuk om naar Thialf te gaan, maar met jonge kinderen is dat bijna geen doen. Onze jongste vraagt veel aandacht en dan zit je in Thialf ook niet lekker op de tribune.”

Je mist daardoor misschien wel de laatste internationale tien kilometer ooit…
“Voor de echte liefhebbers is het natuurlijk enorm jammer dat de tien kilometer zo onder druk staat. Het is een prachtige, veeleisende afstand. En je wilt de besten tegen elkaar zien rijden. Jorrit tegen Sven, dat is een heerlijk duel waarvoor je gaat zitten. Daarnaast vind ik het jammer dat er nog maar twee schaatsers per land mogen meedoen. Bob de Jong is ook zo’n echte stayer, die hoort op een  afstandskampioenschap thuis.”

Begreep je de keuze van Sven Kramer om de tien niet te rijden?
“Jazeker. Ik reed vroeger graag een tien kilometer, maar je moet je er wel specifiek op richten, anders heb je als allrounder een groot probleem. Dus als Sven voor de middenafstanden kiest en de tien kilometer gewoon op zijn talent en routine op een allroundkampioenschap kan rijden, dan snap ik die keuze. Het is namelijk niet te doen om op alle afstanden op topniveau te presteren.’’

Foto : Soenar Chamid

Jij deed dat in je gouden jaren 1997 en 1998 toch ook, toen je als allrounder wereldkampioen werd?
“Maar toen was er nog veel minder sprake van specialisatie. Het allrounden heeft in het verleden altijd meer in aanzien gestaan dan het uitblinken op één afstand, maar dat is aan het veranderen. De beste schaatser van de wereld was in vroegere tijden altijd een allrounder. Die tijd is voorbij, onder invloed van de Olympische Spelen. Olympisch kampioen zijn, dat spreekt meer tot de verbeelding dan wereldkampioen zijn. Als je in Spanje of Frankrijk vertelt: ‘Ik ben wereldkampioen schaatsen’, dan antwoorden ze met ‘wat?’. Als je olympisch kampioen bent, is het internationaal gezien wel beter.’’

De Amerikaan Chad Hedrick werd in 2004 wereldkampioen allround zonder ook maar één afstand te winnen. Zijn vader vond dat vreemd en vond hem geen waardig wereldkampioen…
Met Chad is het destijds begonnen. Hedrick ging zich daarna al specialiseren met het oog op de Winterspelen van 2006. Met Shani Davis is het net zo gegaan. Die reed in het begin van zijn loopbaan nog een behoorlijke tien kilometer en kon alleen zo wereldkampioen allround worden, want zonder goede tien kilometer lukt dat niet. Daarna legde Davis zich toe op de 1000 en 1500 meter. En sindsdien zijn de Nederlanders zich ook steeds meer gaan toeleggen op één afstand. Je moet wel, wil je je voor de Olympische Spelen plaatsen en kans maken op een medaille.”

Iets anders: Anni en jij hebben je destijds ingezet voor een nieuw Thialf. Hoe kijk je tegen de ingrijpende verbouwing aan?
“We hebben ons toen ingezet voor een ander plan en een andere bouwer, maar de uitkomst is dezelfde. Thialf is het schaatshart van de wereld en dat gaat na de verbouwing gelukkig weer harder kloppen. Het is toch een beetje ons tweede huis, van mezelf, maar ook van Anni, die daar grote successen heeft behaald. Ik ben er Nederlands kampioen bij de junioren geworden, tweemaal Europees kampioen en wereldkampioen in 1998. En Anni heeft in Thialf eveneens Europese en wereldtitels behaald. Het lijkt trouwens allemaal alweer onwijs ver geleden. Ik ben vanaf mijn jeugd bijna dagelijks in Thialf geweest. Het blijft een plek waar Anni en ik dus graag komen.’’