Welke aspecten tellen mee bij het selecteren van wielen? Het ideale wiel is per baan verschillend. Allereerst is er een verschil in ondergrond van een inlineskatebaan. De ene piste is gemaakt van asfalt, de andere heeft een speciale coating. Dat is bijvoorbeeld het geval bij veel Italiaanse banen.
En als inlineskaters in de tweede helft van het toernooi de piste verlaten en de wedstrijden voortzetten op de weg, komt daar ook weer ander materiaal bij kijken.
15 setjes wielen
Naar een toernooi neemt Manon Kamminga al snel vijftien setjes wielen mee. Bij voorkeur stopt de inlineskater voor elke belangrijke finale nieuwe wielen in haar frame, waar ze meestal de volgende dag de kwartfinales op rijdt.
Voor wielen geldt: hoe meer bochten, des te groter de slijtage. Ronald Mulder doet hetzelfde. Een belangrijke wedstrijd starten op gebruikte wielen is voor hem ondenkbaar: "De nieuwste wielen zijn het beste. Dan zit dat nieuwe laagje er nog op."
Het gewicht van een inlineskater is een andere belangrijke factor bij de keuze voor een wiel. Mulder weegt bijvoorbeeld 83 kilo, dat betekent dat hij andere wielen kiest dan bijvoorbeeld Mark Horsten, die ruim 20 kilo lichter weegt. Hoe zwaarder iemand weegt, des te belangrijker de grip wordt. Daarnaast kijken inlineskaters naar de weersomstandigheden.
Weer
"Het effect van het weer op asfalt kan een vrij groot verschil geven", vertelt Kamminga. "Als het warm is, heb je andere wielen nodig dan wanneer het koud is. Datzelfde geldt voor zon of schaduw. Op de blauwe banen die je bijvoorbeeld vaak in Italië ziet, is dat verschil in verhouding minder groot."
De truc bij de keuze van het juiste setje wielen is om zoveel mogelijk te testen. Gevoel en ervaring kan veel zeggen, maar is niet objectief. De enige meting die echt telt is die van de stopwatch. Uiteindelijk gaat het om de juiste verhouding tussen grip en een goede 'rol'.
Sprinters geven vaak de voorkeur aan een wiel met meer grip, ofwel meer druk, inlineskaters die aan de start staan van een marathon kiezen voor een wiel dat in verhouding makkelijker rolt. Dat klinkt misschien heel simpel, maar het vinden van de juiste balans is lastiger dan gedacht, het grote aanbod aan wielen maakt het ook niet makkelijker voor atleten.
Kamminga: "Dan ben ik twee dagen voor het toernooi nog rondjes aan het rijden op allerlei wielen om te kijken wat het snelste is." Die onduidelijkheid hoort erbij, maar kan voor de nodige onzekerheid zorgen.
Verschil voor mannen groter
Voor mannen kan het verschil tussen twee soorten wieltjes groter zijn dan voor vrouwen. Mannen zijn over het algemeen zwaarder, hebben meer kracht en meer snelheid. Soms helpt het om te kijken wat de concurrenten doen. Kamminga: "Als je op een baan aankomt voor een belangrijke wedstrijd, kijk je altijd even naar de wielen waar het thuisland op rijdt. Zij hebben de kennis van de baan, want zij trainen daar."
Er schuilt echter een gevaar in: de concurrentie deinst er vaak niet voor terug om tegenstanders te misleiden. Dat geldt ook voor de Nederlanders. Mulder: "Welke wielen je kiest hou je het liefst zo lang mogelijk geheim. Zodat een ander er niet op kan rijden."
Meer tips lezen? Je vindt ze op schaatsen.nl/tips.
