Nick Barendse (9 jaar) is onze eerste razende reporter, hij stuurde een flinke vragenlijst op die hij graag wilde voorleggen aan zijn favoriete sprinter; Hein Otterspeer. Een leuk feitje: de vader van Nick, Raymond Barendse, was vroeger de trainer van Hein.
Hoe oud was je toen je begon met schaatsen?
"Ik heb eerst gevoetbald van mijn zesde tot tiende. Daarna ben ik gaan schaatsen, dus ik was tien. Dat is best laat, maar het was dus net op tijd, ha!"
Wanneer deed je voor het eerst mee aan een NK?
"Bij de jeugd was dat voor het eerst op de trouwdag van Willem-Alexander en Maxima, dat weet ik nog heel goed: 02-02-2002. Dat was het Nederlands kampioenschap voor pupillen. Daarna heb ik elk jaar meegedaan bij de junioren, en nu bij de senioren."
En wanneer haalde je je eerste medaille op een NK?
"Bij de profs was ik 25 toen ik voor het eerst een medaille pakte op de 500 en 1000 meter."
Wat is je favoriete ijsbaan?
"Ik ben op de hele wereld op ijsbanen geweest natuurlijk, maar ik denk toch dat Salt Lake City en Calgary de meest magische banen zijn, omdat je er zo snel kan rijden."
Wanneer en wat eet je voor de wedstrijd?
"Drie uur tot drie uur en een kwartier voor wedstrijd. Dan heb je nog aardig wat tijd om het te verteren, zodat je er geen last van hebt. Meestal kies ik voor pasta, niet teveel, maar wel goede maaltijd."
Hoeveel uur train je in de week?
"We trainen zes dagen in de week, en in een zware week doen we twee trainingen per dag. Dat komt neer op drie uur, en dat keer zes: rond de achttien uur dus. En dat zijn nog maar de trainingen voor de sprinters, de allrounders maken nog meer uren, die fietsen bijvoorbeeld langer."
En misschien wel de belangrijkste vraag:
Wie was je favoriete jeugdtrainer? a. Raymond Barendse, b. Raymond Barendse of c. Raymond Barendse?
"Haha, deze is natuurlijk wel belangrijk. Ik denk dat dat jouw vader was. Ik heb goed getraind bij hem. Hij is een serieuze man die ook van een geintje houdt. En dat heb je nodig met schaatsen: je moet hard trainen, maar ook kunnen lachen."
Onze tweede razende reporter is Mare Rieff (11). De vragen die zij instuurde voor Dai Dai Ntab waren zo leuk, dat zij ze in Heerenveen zelf aan hem mocht stellen.
Doe je iets wat geluk brengt voor een wedstrijd?
"Nee ik heb niet echt iets wat geluk brengt, maar ik doe wel veel dingen een beetje op dezelfde manier. Mijn schaatsen slijpen, en dat soort zaken."
Hoor je de aanmoedigingen van het publiek en de muziek wanneer je aan het schaatsen bent?
"Ik niet, als ik schaats is het net of ik in een grote tunnel ben. Ik hoor dan helemaal niks en ben echt helemaal met mijn race bezig. Ik hoor het bijvoorbeeld echt niet als mijn familie staat te roepen."
En je coach dan, Dai Dai?
"Gerard? Die wel ja, maar die zie je ook staan op het ijs, dus dat maakt verschil. Ik hoor mensen alleen niet schreeuwen: 'Hup Dai Dai!' Zeker niet op de 500 meter, op de 1000 meter heel soms wel."
Heb je ooit iets heel grappigs of beschamends meegemaakt?
"Ha, ik heb wel heel veel dingen gedaan waar ik me soms een beetje voor schaamde hoor. Maar het ergste is misschien wel dat ik me een keertje ben vergeten aan te melden voor een NK. Het was het eerste jaar dat mijn moeder me niet meehielp met inschrijven op schaatsen.nl en toen kwam ik daar in Hoorn en stond ik niet op de lijst. Toen schaamde ik me wel een beetje hoor."
Vind je je schaatspak mooi?
"Het Plantina-pak vind ik heel mooi ja. Die hiervoor, van Team Beslist.nl, vond ik wat minder met al dat roze. Dat voelde niet echt mannelijk."
Mare schaatst zelf ook, dus heb je nog tips om beter te leren starten Dai Dai?
"Wat ik altijd als tip krijg is: bij de start laag blijven. Verder niet teveel nadenken, maar zo snel mogelijk naar die finish rijden."
"Wat je voor een wedstrijd kunt doen is alvast een paar startjes maken op het droge. Even staan en rennen; simuleren wat je straks ook in de wedstrijd moet doen."
Wat eet je voor de wedstrijd?
"Meestal een lekkere pasta met veel koolhydraten, maar zonder vlees want daar word je alleen maar moe van. Ik probeer ook altijd met een beetje honger aan de start te staan, dan ben je niet helemaal lui omdat je je hebt volgegeten."
Hoe word je topschaatser?
"Doorgaan en geloven in wat je doet. Niet bang zijn om te vallen of te falen. Bij iSkate heb ik dat heel goed geleerd: je moet altijd schaatsen om te winnen. Als jij het wilt en je ouders vinden het goed, dan moet je er helemaal voor gaan. En als dat iets anders is dan schaatsen, dan is dat natuurlijk ook leuk."
