“Ik ken dit helemaal niet”, zegt Ykema over zijn theaterdebuut voor het grote publiek. “Het is veel spannender dan vroeger een schaatswedstrijd rijden. Het geeft een spanning die vergelijkbaar is met een wereldkampioenschap of een Olympische Spelen.”
In sportmonologen vertellen voormalig topsporters over hun leven. Van overwinning tot falen, van de mooiste prestaties tot de grootste teleurstellingen. Samen met de regisseur werkten de sporters aan hun eigen verhaal. “Het gaat extreem de diepte in”, zegt Ykema. “Het is niet te vergelijken met een lezing die je geeft. Ook de verhalen van de andere sporters, daarvan dacht ik best van, poeh.”
Parade
Op De Parade heeft Ykema zijn monoloog al meerdere keren gespeeld. “De laatste paar keer krijg je door waar mensen om moeten lachen. Dat onthield ik dan en dat begon wel te werken, daar kreeg ik zelfvertrouwen van. De interactie die tot stand komt, dat geeft een stukje voldoening.”
Tijdens het festival speelde Ykema zijn monoloog wel drie tot vier keer per avond. “Dan zat er altijd wel een goede of een slechte bij”, zegt hij. “Ik hoop vooral dat ik het die ene dag in de Kleine Komedie goed neerzet.”
“Nu komen er gewoon vijfhonderd mensen kijken”, vervolgt hij. “Dan moet het in één keer staan, je hebt geen tweede kans. Waarschijnlijk worden er ook tv-opnames gemaakt en dan denk je toch; misschien moet ik het een beetje anders doen, een beetje beter. Het houdt je wel bezig hoor, moet ik zeggen.”
Winnaarsmentaliteit
Spanning of niet, ook in het theater komt de winnaarsmentaliteit van Ykema naar boven. “Je bent met sportmensen onderling, dan wil je ook daar weer bij de beteren horen”, zegt hij. “Zo zit je dan ook wel weer in elkaar. Of je nou aan het kaarten, sjoelen of sporten bent, je wilt altijd de beste zijn.”
De theater- en topsportwereld hebben volgens Ykema dan ook de nodige parallellen. “Als je acteert, zingt of mensen wilt vermaken is dat denk ik ook topsport”, vervolgt hij. “Het applaus, de waardering, je willen onderscheiden, dat zit ook in de sportmensen.” Ook de spanning hoort daar voor Ykema bij. “Dat er straks vijfhonderd mensen naar een theater toekomen en jij daar mag spelen, dat geeft mij een goed gevoel.”
Waarom we moeten komen kijken? “Sporters die je kent vertellen verhalen waar je helemaal niets van wist, dat neemt je mee”, zegt Ykema. “Ik zat een keer achter de schermen te wachten, want ik was als tweede aan de beurt. Toen was ik bijna mijn eigen tekst kwijt omdat ik helemaal in het verhaal van de ander zat. De sporters bereiden zich net zo goed voor op hun monoloog als ze zouden doen voor een belangrijke wedstrijd en dat merk je.”
Misser
De angst voor een misser op het toneel is aanwezig geeft Ykema toe, al denkt hij dat het publiek daar weinig van zou merken. “Ik zing ook weleens en dan ben ik bijvoorbeeld de tekst vergeten en zing ik twee keer hetzelfde couplet. Dan kom ik later bij kennissen aan en zeg: 'Wat stom hè?' en dan blijken zij helemaal niks gemerkt te hebben.”
Of er voor de Fries een carrière op de planken in het verschiet ligt weet hij niet. “Misschien is het een droom van elke 50'er, dat 'ie nog eens doorbreekt met iets nieuws”, zegt Ykema. “Maar ik zing graag en doe m'n best”, besluit hij.
Benieuwd geworden naar de monologen van Ykema, Tuitert of Wennemars? Bestel dan hier kaartjes voor 2 en 6 mei.
