Normaal gesproken is het zomerijs acht weken beschikbaar voor de schaatsers, maar door de IceDerby die eind maart voor het eerst op de kalender staat, stelde Thialf de 220-meter baan langer beschikbaar. Mede daardoor bleef ook het ijs op de 400-meterbaan liggen en dat was voor de gebroeders Ten Hove een ideale mogelijkheid om in Nederland te trainen. "Het is fantastisch dat we de hele zomer tegen betaling door kunnen schaatsen", stelt Erwin ten Hove. "Vroeger moest je heel Europa door om in de zomer fatsoenlijk ijs te krijgen. Met de bereidwilligheid van Thialf is dit een stap in de goede richting."
Omdat er in het verleden geen ijs lag in de zomer, werden er andere manieren bedacht om de schaatsers de juiste prikkels te geven. Volgens de broers is het een traditie dat schaatsploegen in deze tijd van het jaar schaatsbewegingen imiteren door bijvoorbeeld te skeeleren of te planken. Dankzij het beschikbare ijs in Heerenveen worden de skeelertrainingen nu vervangen door schaatstrainingen. "Nu krijgen we de mogelijkheid om de traditie te doorbreken. Zeker wanneer er ruimte is in een olympische cyclus lijkt ons dat goed om te proberen. Schaatsen kun je niet beter oefenen dan op de ijsbaan."
Sterkhouders
Een ander belangrijk argument om een buitenlands trainingskamp links te laten liggen, heeft met de fysieke achterstand van sterkhouders Jorien ter Mors en Jan Blokhuijsen te maken. Waar Ter Mors een heel seizoen miste vanwege een knieoperatie, koos Blokhuijsen het afgelopen seizoen voor een tussenjaar. Beide rijders kunnen dus nog wel wat uren op het ijs gebruiken. "Jorien is iemand die heeft aangegeven dat het belangrijk is voor haar revalidatie om te blijven schaatsen. Zoiets nemen wij wel mee in ons besluit", aldus Erwin.
"We doen het echter niet alleen voor Jorien en Jan die veel moeten inhalen, maar ook voor de jonkies die nog veel moeten leren." Broer Martin vult aan: "Natuurlijk overleg je wel even met de ervaren rotten wat zij van dit idee vinden. Het zou gek zijn als we iets zouden doen wat niemand zou willen", geeft de oudste van de twee aan. "Maar verder is het gewoon een zomerprogramma waarin we iedereen fysiek zo goed mogelijk aan de start proberen te krijgen. Het enige verschil is dat we niet meer op skeelers staan, maar één of twee keer per week op ijzers."
De broers stellen voorop dat het om een experiment gaat. Met de informatie die ze van deze exclusieve ijsuren vergaren, gaan ze kijken of het wat is richting de komende seizoenen. Erwin: "Of het goed uitpakt, moet natuurlijk blijken. Misschien slaan we onszelf voor de kop tijdens het World Cup Kwalificatietoernooi, maar aan de andere kant kunnen we het beter nu ervaren dan in een olympisch jaar." Martin haakt daarop in: "Vooralsnog is daar geen enkele aanleiding voor, we gaan nu onze vierde week in en het bevalt hartstikke goed."
Wie denkt dat de keuze om in Nederland te blijven met kostenbesparing te maken heeft, komt bedrogen uit. "Van dit geld hadden we makkelijk een trainingskamp in het buitenland kunnen beleggen."
