Jorrit, hoe sta je ervoor?
"Het gaat wel lekker. Fysiek sta ik er goed voor, heb geen blessures of iets dergelijks. De vorm moet later komen, die probeer ik nog even uit te stellen."
Hoe moeten we dat voor ons zien, dat uitstellen?
"Jillert zet onze schema's zo in elkaar dat we pas de week voor een belangrijke wedstrijd goed worden. Dat is een heel goed punt van Jillert. Hij weet de vorm bij ons zo lang mogelijk uit te stellen."
Is het olympisch kwalificatietoernooi die eerste belangrijke wedstrijd?
"Daar hoop ik zeker goed voor de dag te komen, maar bij de World Cups wil ik mezelf ook laten zien. Ik probeer daar het vertrouwen wel op te zoeken. Maar goed, het blijft een feit dat ik elke keer wil winnen als ik aan de start sta. Dat verandert niet."
Wat wordt dit voor een seizoen?
"Een speciaal seizoen met de Olympische Spelen. Dat is wel echt iets om naar uit te kijken. Ik heb er heel veel zin in al moet ik me natuurlijk eerst nog zien te plaatsen."
Is het anders om als regerend olympisch kampioen op de 10.000 meter dit jaar in te gaan?
"Natuurlijk is het anders dan de vorige keer. Toen ging ik er als olympisch debutant in met minder druk. Nu ben ik olympisch kampioen en is er natuurlijk meer druk van buitenaf. Maar daar probeer ik niet zoveel mee bezig te zijn, dat heeft geen zin. Je gaat er echt niet harder van schaatsen. Ik moet gewoon de kop erbij houden en zo scherp mogelijk aan de start staan."
Is de druk bij jou groter omdat je olympisch kampioen bent?
"Nee hoor, want Sven Kramer werd afgelopen jaar wereldkampioen op deze afstand. Het gaat op de 10 kilometer maar om een paar seconden. Best gek eigenlijk dat het op zo'n lange afstand zo dicht bij elkaar zit. Ik verwacht komend seizoen weer een mooie, spannende strijd. En wat betreft druk: dat hebben Sven en ik allebei."
Zie je Kramer als je enige concurrent?
"Ted-Jan Bloemen (Canada) kan ook heel sterk voor de dag komen. Hij heeft niet voor niets het wereldrecord in handen. Verder zitten Erik Jan Kooiman, Bob de Vries en Douwe de Vries ons ook op de hielen. Het wordt al lastig genoeg om je te plaatsen voor de Spelen. We zijn er nog lang niet."
 Wat zijn je ambities voor de mass start?
"Ja, die hoop ik wel echt te rijden. Ik heb hem afgelopen jaar ook vaak gereden en zelfs een paar keer gewonnen. Ik vind het echt een leuk onderdeel en het wordt bovendien voor het eerst op de Olympische Spelen gereden."
Met wie zou jij hem graag willen rijden?
"Het liefst rijd ik hem met een rappe man zodat er iemand gevaarlijk blijft voor de sprint, mocht die er komen. Als iedereen van een sprint uitgaat, is de kans groter dat ze mij de ruimte geven, ha. Verder heeft het mijn voorkeur om de mass start met een ploeggenoot te rijden, dat werkt het beste. Ik heb de afgelopen seizoenen geregeld met teamgenoten Arjan Stroetinga en Evert Hoolwerf gereden. Wij rijden ook geregeld marathons met elkaar. We zijn gewend om de koers op onze schouders te nemen. En bovendien: het zijn maar zestien rondjes, je kan je geen fout permitteren."
