"Echt een geweldige comeback! Toen ik klein was had ik dit als droom en nu sta ik er gewoon. Dat had ik nooit verwacht", jubelt ze. Als C-juniore sloeg het noodlot toe voor de 21-jarige sprintster. "Mijn onderste twee wervels stonden als een trap schuin op elkaar, er zaten scheurtjes in mijn rugwervelboog. Het was helemaal in elkaar gezakt. Nu zitten er vier schroeven in."
Het kostte haar maar liefst vier jaar om weer terug te komen. "Ik heb twee operaties aan mijn rug gehad. Daarna moest ik kijken wat ik nog kon. Ik begon drie jaar geleden weer, reed 47 seconden op de 500 meter."
Nu beleeft Stollenga een droomseizoen. Dat begon in Utrecht, waar ze als debutante de Utrecht City Bokaal binnensleepte vóór onder andere Lotte van Beek. Een debuut op de NK afstanden volgde, waar ze haar persoonlijk records op de 500 en 1000 meter aan diggelen reed. Met 39,49 en 1.18,10 (bijna twee seconden sneller dan haar vorige toptijd) plaatste ze zich ook voor het KPN NK sprint, waar ze op een mooie twaalfde plaats eindigde.
Een topsportbestaan leidt Stollenga niet. Als voltijd studente verpleegkunde gaat ze straks veertig uur per week stage lopen. "Ik train elke avond en ga ’s ochtends naar college." Die trainingen werkt ze af bij het gewest KNSB Groningen/Drenthe, het enige gewest zonder status als RTC. Het jaar daarvoor trainde ze zelfs nog gewoon bij haar club. "In mijn omgeving zeggen ze dat ik misschien keuzes moet maken", vertelt Stollenga. "Een keuze voor het schaatsen graag!" besluit haar coach lachend.
