Een regionaal talentencentrum is een locatie waar de beste talenten uit een regio een uniform opleidingstraject wordt geboden op zowel sportief als maatschappelijk vlak. Als leidraad van dit traject geldt het Meerjarenopleidingsplan van de KNSB. Dit maakt het mogelijk om meer talenten beter op te leiden, in tegenstelling tot het selecte gezelschap van Jong Oranje hiervoor. Rijders vanaf 16 jaar trainen bij een RTC dagelijks met fulltime talentcoaches en krijgen (para)medische begeleiding. Momenteel zijn er dertien programma’s actief: zes voor langebaan, drie voor shorttrack, twee voor inlineskaten en twee voor kunstrijden.
Dicht bij huis
Het voordeel van de regionale aanpak is dat talenten zich vanuit hun eigen regio kunnen ontwikkelen. Het scheelt een hoop reistijd naar Heerenveen of zelfs een verhuizing op jonge leeftijd want de sporters blijven dicht bij huis trainen. Zodoende kunnen ze zich naast hun sport ook blijven concentreren op school of studie. Binnen een RTC is eveneens veel aandacht voor onderwijs, vaak in samenwerking met een Regionale Topsportorganisatie of een Centrum voor Topsport & Onderwijs. Op hoofdlijnen draaien alle RTC’s hetzelfde sporttechnische programma, maar er is ook ruimte voor accenten van de verschillende trainers. De centra streven er naar om meerdere disciplines op te pakken om de multidisciplinaire aanpak te bevorderen. Tenslotte wordt de kracht op lokaal niveau behouden: de grootste talenten trainen in hun eigen omgeving en inspireren andere jonge schaatsers en inliners. Deze kracht komt ook naar voren via de subsidiestromen en sponsoring op lokaal niveau naar ieder RTC.
Samenwerken
Deelname aan het programma van een RTC is weggelegd voor talenten die eerst op hun vereniging en daarna in de baanselectie (het gewest) hebben laten zien dat ze klaar zijn voor een stap hogerop. De KNSB stimuleert centra samen te werken met enerzijds deze verenigingen en baanselecties en anderzijds de Nationale Teams/topteams. Het uiteindelijke streven is dat talenten soepel doorstromen naar dit hoogste niveau. De Nederlandse juniorenselectie, die deelneemt aan internationale wedstrijden, heet nog steeds Jong Oranje. Op de afgelopen WK Junioren in Helsinki behaalde de ploeg twintig medailles en negen titels.
De afgelopen twee jaar hebben de RTC’s langebaan al een gezamenlijk trainingsweekend gehad. Het is de bedoeling dat deze samenwerkingen, ook in het shorttrack en inlineskaten, vaker plaats vinden. Niet alleen de sporters kunnen van elkaar leren, maar ook de coaches. Daarom is er structureel overleg met hen als geheel en op individueel niveau tussen de bond en de coaches. De KNSB ziet de talentcoaches als meest belangrijke pijler in de ontwikkeling van de Nederlandse talenten. Via de samenwerking met de RTC’s is de bond goed in staat om talenten te herkennen en te volgen, zowel online met een sportervolgsysteem als via de aanwezigheid van de juniorenbondscoach bij de trainingen.
Kunstrijden
De unieke eisen die gelden voor het kunstrijden maken dat er voor deze discipline lokaal wordt ingezet op sterke verenigingen. Deze kunnen geaccrediteerd worden als VTO (Vereniging Talentontwikkeling). Dit is een voorloper voor een toekomstig RTC kunstrijden. Op dit moment hebben de Bossche Kunstrij Vereniging in Den Bosch en Kunstrijvereniging De Drechtsteden in Dordrecht de status van een VTO. Zij maken onderdeel uit van het tienjarenplan (2012-2022) waarmee de schaatsbond het kunstrijden terug wil brengen naar de wereldtop.
Komende weken zal schaatsen.nl een rondje maken langs de RTC’s en VTO’s om hun eigen verhaal te vertellen.
