De talentvolle Nederlandse lichting, het geweldige werk van bondscoach Jeroen Otter en zijn staf en de goede jeugdopleiding hebben bijgedragen aan het Nederlandse shorttracksucces van de afgelopen jaren en de gestegen populariteit van de sport in Nederland. Drie dagen een vol Ahoy tijdens de wereldtitelstrijd in Rotterdam, dat werd enkele jaren geleden nog voor onmogelijk gehouden.
Maar wat ook heeft geholpen om de kloof met het ‘onaantastbare’ Zuid-Korea te dichten en zelf tot de wereldtop te behoren, is de intensieve samenwerkingsovereenkomst die de nationale schaatsbonden van Nederland en Korea na de Olympische Spelen van 2014 tekenden.
Er werd afgesproken kennis te delen en in elkaars keuken te kijken. En dit bleef niet alleen bij een papieren afspraak, het gebeurde ook daadwerkelijk. “En dat heeft ons heel veel gebracht”, vertelt Wilf O’Reilly, voormalig Brits shorttracktopper en tegenwoordig disciplinemanager shorttrack bij de KNSB.
“De Koreanen zijn naar Nederland gekomen om samen te trainen en wij zijn ook daar geweest. Het is moeilijk te zeggen of de schaatsers uit ons team harder zijn gaan schaatsen van die gezamenlijke trainingsweken, maar wat er wel gebeurd is, is dat onze jongens en meiden zagen dat de Koreanen ook maar mensen zijn. Vroeger waren het de snelle, goede en foutloze Koreanen. Maar nu hebben we ervaren dat Koreanen ook wel eens vallen op de training. Of geen zin hebben om te trainen. Of soms een beetje lui zijn. En dat heeft ons in mentaal opzicht veel gebracht. Hierdoor kwam het besef dat het geen robots zijn, maar gewone schaatsers die te verslaan zijn.”
Geen geheimen
Nederland heeft niets geheim gehouden voor de Koreanen toen ze in Nederland waren, vertelt O’Reilly. “Bewust niet. Laat ze maar zien wat wij doen, laat ze maar kopiëren. Op die manier worden wij getriggerd om zelf steeds weer een stapje verder te gaan en nieuwe dingen te ontwikkelen. Zo houden we onszelf scherp.”
Er zitten wat betreft O’Reily niets dan voordelen aan de samenwerking. Ook in praktische zin. “De Olympische Spelen zijn volgend jaar in Zuid-Korea. Dan is het handig als de contacten met de Koreaanse schaatsbond goed zijn. Vlak langs het olympisch dorp loopt een drukke weg. Wij willen liever geen appartement aan die kant van het dorp. Onze vrienden van de Koreaanse bond kunnen ons daarbij misschien wel helpen. En zo zijn er rondom de Spelen heel veel praktische dingen waarvoor het handig is om dicht bij het vuur te zitten.”
