Vorig seizoen waren de grote allroundtoernooien nog speerpunten voor Douwe de Vries. Maar dat is deze winter anders. De routinier van LottoNL-Jumbo richt zich volledig op de WK afstanden. En dan met name op de 5 kilometer. “Met de 10 kilometer heb ik een haat-liefde verhouding.”
Het EK allround liep begin dit jaar door ziekte uit op een teleurstelling voor de 34-jarige De Vries. Op het WK wilde hij zich revancheren, maar hij plaatste zich nét niet. Maar die allroundaspiraties heeft De Vries aan de kant gezet.
“Allrounden vind ik superleuk”, vertelt de voormalig marrathonschaatser. “Maar met de jaren wordt mijn 500 meter minder. Daar verlies ik zo een halve seconde en die neem ik het hele toernooi met me mee. Ik zou mijn 500 meter nog best aan kunnen scherpen, maar dat kost zoveel moeite dat het ten koste zou gaan van mijn 5 en 10 kilometer. En met het oog op de Olympische Spelen, kies ik nu heel gericht voor de lange afstanden.”
En dus zijn de WK afstanden het grote doel voor dit seizoen. En dan met name de 5 kilometer, de favoriete afstand van de sympathieke Fries. “De vijf is echt mijn afstand. De tien is ook mooi. Dat is de meest eerlijke afstand. Maar ik heb er een beetje een haat-liefde verhouding mee. Soms loopt ie lekker, soms helemaal niet.”
Maar de WK worden pas gehouden in februari. En dat zal het derde piekmoment zijn. Allereerst wil De Vries over anderhalve week heel hard rijden tijdens de KNSB Cup in Groningen. Daar liggen tickets klaar voor de eerste vier World Cups. “Dit is absoluut het eerste piekmoment. Het zou een heel fijne start van het seizoen zijn als ik die World Cups kan rijden.”
Slimmer
Op die World Cups wil De Vries uiteraard goed rijden, maar het echte grote doel daarna zijn de KPN NK Afstanden. Daar zijn de laatste tickets te verdienen voor de WK afstanden. De Vries: “Drie keer pieken dus. Dat is geen probleem. Ik heb geleerd wat slimmer met mijn lichaam om te gaan. In het verleden herstelde ik sneller, nu moet ik daar langer de tijd voor nemen.”
“Maar ik voel me nog helemaal geen oude man, hoor. Als ik fit ben, kan ik veel. Ik sluit daarom helemaal niet uit dat ik toch een allroundtoernooi rijd. Als ik me weet te plaatsen en ik voel me goed, dan is het niet alleen leuk om mee te doen, maar is het ook een goede voorbereiding. Weer extra wedstrijdkilometers op hoog niveau. Maar als ik wat minder ben, dan moet ik het niet doen. Goed naar mijn lichaam luisteren dus.”
