Bij de afgelopen WK Afstanden eindigde ze als vierde op de 500 meter en in het voor-olympisch jaar kwam ze op het WK Sprint ook al op die plaats terecht en bleef ze op de WK Afstanden in Sotsji op de vijfde plaats steken.
Dit kampioenschap moet het anders, vindt de rijdster van Team Continu, al blijft het altijd de vraag of het de Nederlands kampioene zal lukken, want de concurrentie in Astana is sterk. “We hebben twee Amerikanen als grote favorieten. Waarbij Brittany Bowe naar mijn gevoel de grootste kanshebster is.”
Verkoudheid
De vierde plek wil Oenema vermijden, maar die positie op de WK Afstanden achtervolgt haar niet. “Ik was blij met mijn 500 meters in Heerenveen. Ik sta hier nu niet met een ander gevoel dan voor dat WK en ik heb zeker geen revanchegevoelens meer.”
In de aanloop naar het WK Sprint liep Oenema een verkoudheid op. Dat zorgt voor enige onzekerheid, maar Oenema vermoedt dat haar vorm er weinig onder te lijden heeft gehad. “Technisch rijd ik prima en dit weekend moet ik wel goed zijn. Die paar dagen verkoudheid heb ik goed weerstaan.”
Extra druk om als nationale kampioene op het WK te verschijnen voelt de 26-jarige Friezin niet. “Dat geeft me geen apart gevoel. Het is eerder apart dat dit het laatste toernooi van dit seizoen is. Dat het na de WK Afstanden komt.”
Duizend meter
Alles valt of staat bij de 1000 meters, denkt Oenema. Die reed ze dit seizoen nog niet zo vaak, want voor de World Cups plaatste ze zich op die afstand niet. Ze reed er in voorbereiding op het WK Sprint eentje, in de B-groep bij de wereldbekerwedstrijd in Heerenveen. Die won ze met ruime voorsprong, maar het is een smalle basis.
“Het is altijd de vraag hoe mijn duizend meters zullen zijn”, geeft Oenema toe. “Maar meestal als mijn 500 meters goed lopen, gaan ook mijn 1000 meters beter. Het is nu vooral gaan en dan zien wanneer het lichaam ermee ophoudt. De hamer kan vroeg komen of juist later en als dat het geval is dan gaat het goed.”
Geen doel
Ook al is een vierde of vijfde plek geen optie, zoals bijna elke sprinter voor een toernooi wil Oenema geen uitspraken doen over resultaten waar ze op mikt. “Je moet van jezelf uitgaan en zo hard mogelijk rijden. Ik moet met dit lichaam het best mogelijke doen”, legt ze uit. “Ik heb daarom geen doel gesteld. Ik moet vier afstanden rijden en zien waar het schip strandt, want wat de rest doet, heb ik niet in de hand.”
